Commentaar: Stille ramp treft Hoorn van Afrika
De Hoorn van Afrika is getroffen door zeer ernstige droogte. De levens van miljoenen mensen in delen van Kenia, Ethiopië en Somalië lopen groot gevaar. De Samenwerkende Hulporganisaties, die eerder deze week het gironummer 555 openden, spreken al van de ergste hongersnood in zestig jaar. De hoge commissaris voor de vluchtelingen bij de Verenigde Naties, Guterres, zei maandag dat hij in veel vluchtelingenkampen is geweest, maar dat hij nog nooit mensen in zo’n wanhopige toestand had gezien.
Terwijl in ons land de vakantiedrukte langzaam maar zeker op haar hoogtepunt is, bereiken ons deze verschrikkelijke berichten uit Afrika. Foto’s tonen sterk ondervoede kinderen die op de rand van de dood zweven. En intussen pakken wij nog snel wat eten in voor consumptie op de camping of in het vakantiehuisje. Terwijl de noodkreet om water over de dorre aarde klinkt, hopen vakantiegangers in ons land dat het nog wat zonniger weer wordt. Want wie zit er te wachten op een verregende vakantie?
Wie de nood van de mensen in de Hoorn van Afrika op zich laat inwerken, zou bijna besluiten alle vakantieplannen maar af te blazen. Hoe kun je je ontspannen in de wetenschap dat elders op aarde volgens de VN zich de grootste humanitaire crisis in de wereld voltrekt?
Er is nog een vraag die prangt, nu ineens dit nieuws in de belangstelling is gekomen. Hoe kan het toch dat de media al weken bol staan van de eurocrisis, de al dan niet geslaagde pogingen van pro-Palestijnse betogers om de blokkade van Gaza te doorbreken en de onvrede in Egypte, terwijl slechts een enkel, summier berichtje over deze humanitaire crisis in Afrika doorsijpelde in de media? En dat terwijl de crisis daar niet van vandaag of gisteren is. Het is een merkwaardig idee dat zich elders in de wereld, in stilte, dramatische gebeurtenissen voltrekken die alleen binnen ons gezichtsveld komen als media erover berichten. Anders bestaan ze dus blijkbaar niet.
Maar wat moeten we eigenlijk, nu we wél weten wat er in Afrika aan de hand is? De vakantie –als we tenminste in staat zijn er even tussenuit te gaan– annuleren?
Wie nuchter nadenkt, weet dat zo’n reactie weinig zin heeft. Al kan het zeker geen kwaad om juist ook tijdens een periode van rust erbij stil te staan hoe bevoorrecht we zijn. Maar een christen hoeft zich niet te vertillen aan het lijden in de wereld.
Niet onduidelijk is de Bijbel echter over onze plicht tot barmhartigheid. Naast het doen van voorbede moet het toch mogelijk zijn om van het vakantiebudget een gift over te maken voor hen die het meest elementaire ontberen? Dat heeft alles te maken met wat we lezen in Lukas 10. Daar stelt een wetgeleerde aan Jezus de vraag wat hij moet doen om het eeuwige leven te beërven. De Heere Jezus vertelt hem de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Daarna krijgt de Thorakenner de vraag voorgelegd wie hij denkt dat de naaste is geweest van de aan misdadigers ten prooi gevallen man. „Die barmhartigheid aan hem gedaan heeft”, zegt de wetgeleerde. De reactie van Jezus is voor hem –en ons– de opdracht: „Ga heen, en doe gij desgelijks.”