Grafisch componeren in Amsterdamse Klankspeeltuin
De Klankspeeltuin van het Muziekgebouw aan ’t IJ in Amsterdam laat zien hoe componeren werkt. „Dit lijkt wel een orkaan.”

Hoe klinkt een cirkel of een vierkant? Wat hoor je als je je naam opschrijft? De Klankspeeltuin is de educatieve afdeling van het Muziekgebouw aan ’t IJ. Kinderen en volwassenen maken er op een creatieve manier kennis met muziek en geluid. Per jaar worden er zo’n 400 workshops georganiseerd, bezocht door ruim 7000 personen. Schoolklassen, feestjes op woensdagmiddagen, bedrijfsuitjes: de groepen worden door muziekpedagogen langs de klankinstallaties geleid. Eerder dit jaar werd de Klankspeeltuin met twee nieuwe installaties uitgebreid.
Een workshop voor kinderfeestjes begint in een kring. Per tweetal krijgen de kinderen een opdracht. „Tel tot vier, en bedenk bij elke tel welk geluid je gaat maken.” Klappen in de handen, stampen met de voeten, kloppen op de borst. Aan de hele groep presenteren, en een applausje voor jezelf.
Dat was de warming-up. Nu begint een tocht langs de klankinstallaties, die alle een futuristische naam dragen.
Met de Xenax is het mogelijk geluid te tekenen op papier: muziek schrijven zonder noten. Kinderen krijgen een koptelefoon op, zodat ze niet worden gehinderd door de muziek van anderen. Met een soort pennetje tekenen ze een lange rechte streep, een golvende streep, een huis, een rondje. Of ze krassen gewoon lekker in het rond.
„Hé, dit klinkt als rinkelend glas.”
„En dit lijkt wel een orkaan.”
„Joh, moet je horen, een bazuin.”
„Een voorbijrazende auto.”
„Dit is zeegeruis of zo.”
„Jullie zijn bezig met een grafische compositie”, zegt de begeleider. Even later: „Nu wil ik van iedereen z’n mooiste geluid horen, en waaraan je moest denken bij dat geluid.”
Een meisje trekt een lijn en moet daarbij aan een poppentheater denken. Een ander meisje denkt bij haar lijntje aan een Chinese tuin. Weer een ander lukt het „een soort autorace” aan het papier te ontfutselen, die eindigt in „een spannende film.” En het tekenen van allemaal streepjes symboliseert een heuse toonladder.
De Omni is een geluidspaddenstoel met gekleurde vlakken, 103 in totaal. Elk vlak heeft een eigen geluid of klank. „Je moet even weten hoe je deze paddenstoel moet bespelen”, zegt de begeleider tegen de groep. „Je tikt op een vlak zoals je bij iemand op de schouders tikt om iets te vragen.” Evenals bij het grafisch componeren geldt hier: hoe harder je tikt, hoe luider het klinkt.
„We moeten nu proberen met elkaar een muziekstuk te maken”, zegt de begeleider tegen de tien kinderen. „Dat is heel moeilijk, want dan moet je goed naar elkaar luisteren. Daarom is belangrijk dat je op het ritme let.”
„Ritme, wat is dat?”
Een soort tempo, antwoordt een meisje. Eerst tikt de groep een ritme van drie tellen, dan een ritme van vier tellen. De begeleider zegt: „We gaan een stukje maken met ons lievelingsgerecht. Wat is je lievelingseten?”
De kinderen noemen het op: pizza, macaroni, spinazie, patat.
Het ene woord heeft minder lettergrepen dan het andere. Als je klaar bent met het uitspreken van het woord, begin je telkens weer opnieuw, legt de begeleider uit.
De kinderen scanderen in koor hun favoriete menu, terwijl ze op elke lettergreep een gekleurd vakje aantikken:
„Piz-za-piz-za-piz-za.”
„Ma-ca-ro-ni-ma-ca-ro-ni.”
„Spi-na-zie-spi-na-zie.”
„Pa-tat-pa-tat.”
Daarna gaan ze naar de Cybercorner, het computercentrum van de Klankspeeltuin. Met een muziekprogramma kun je elektronisch samplen en videocollages met soundtracks maken. De componisten kunnen kiezen uit tientallen geluiden: djembé, piano, drum, zang. „Je sleept je geluid naar het eerste lijntje. Dat noem je een muziekspoor”, zegt de begeleider. „Als je een paar geluiden bij elkaar hebt gezet en op play drukt, kun je de compositie afspelen.”
De Kosmix is een muzikale vloer vol grote en klein stippen. Onder elke stip zit een eigen geluid, dat gaat klinken als je je voet erop zet. Op deze muzikale ‘dansvloer’ is een dirigent nodig, die de anderen een plek aanwijst waar ze met hun voet moeten staan. Vijf kinderen willen wel dirigent zijn. Ze mogen het om de beurt proberen. De dirigent zet de kinderen op de stippen neer en luistert hoe het geheel klinkt.
Nieuw in de Klankspeeltuin is de zogeheten SonOrb, ontworpen door de Nederlandse geluidskunstenaar Edo Paulus. De SonOrb bestaat uit zuilen waarop losse bollen passen die licht en geluid geven. Wanneer je aan de bollen draait vervormt het geluid en kun je een eigen muziekstuk maken. „Elke installatie belicht een ander aspect van het componeren”, zegt communicatiemedewerker Frans Bernard van Riel. „Zo leer je bij de ene installatie met elkaar samenspelen. Bij een andere gaat het meer om het componeren, of om het mixen van geluiden.”
Op woensdagmiddag organiseert de Klankspeeltuin workshops voor kinderen vanaf 7 jaar (1,5 uur € 8,50). Voor scholen, volwassenen, bedrijven of voor verjaardagsfeestjes op maat zijn de workshops op afspraak. www.muziekgebouw.nl