Lagarde: Onderhandeltijger met gevoel voor „Yes, we can”
PARIJS – De hoogste positie binnen het Internationaal Monetair Fonds (IMF) lijkt de Franse minister van Financiën Christine Lagarde niet meer te kunnen ontglippen. Een portret van de Française.
De 55-jarige Lagarde gooit internationaal hoge ogen voor de post in Washington, maar thuis is nog niet alles geregeld. Er is nog een affaire die de benoeming in de weg kan staan. Als er een gerechtelijk onderzoek komt dan moet Lagarde de rechter uitleggen wat haar rol was in wat inmiddels de affaire-Tapie heet. Wellicht dat ze daarvoor op het laatst nog uit haar vliegtuigstoel wordt gehaald.
Hoe zat het ook alweer? De zakenman Bernard Tapie zou bij de verkoop van fabrikant Adidas zijn opgelicht door Crédit Lyonnais, een bank van de Franse overheid. Die had het merk met de drie strepen doorverkocht voor het dubbele bedrag van wat Tapie had ontvangen. In 2008 kwam er na jaren een einde aan het getouwtrek. Minister van Economie Lagarde stuurde aan op een schikking. Tapie ontving uiteindelijk 285 miljoen van de staat.
Terwijl de afgelopen weken geregeld stukken in de pers verschenen waaruit zou moeten blijken dat er wel degelijk sprake was van machtsmisbruik, concentreerde Lagarde zich op haar mogelijk nieuwe functie bij het IMF. Een internationaal charmeoffensief moest zo veel mogelijk landen overtuigen van haar kwaliteiten.
De meeste Europese landen zijn daar al van overtuigd. Als eerste vrouwelijke minister van Financiën van een land van de G8 rees Lagardes ster snel dankzij de wijze waarop ze de onderhandelingen voerde om uit de Europese bankencrisis te komen.
Het reddingsplan dat gebaseerd was op de solidariteit tussen grote en kleine Europese landen kwam mede uit haar koker. In 2009 riep de Britse krant Financial Times haar uit tot de beste minister van Financiën in de eurozone. Dat is opvallend. Christine Lagarde koos er immers pas in 2005 voor om haar carrière een draai te geven en haar weg te vervolgen in de politiek. Ze verdiende tot dan toe haar sporen voornamelijk in de juridische wereld. Aanvankelijk vanaf 1981 voor de Franse afdeling van het internationale advocatenkantoor Baker & McKenzie, later klom ze bij hetzelfde kantoor door naar de hoogste positie. In 1999 werd ze benoemd tot president-directeur.
Hard werken, dan kun je veel bereiken. Die instelling leverde haar als vijftienjarige al een bronzen medaille op bij de nationale kampioenschappen synchroonzwemmen. Haar ambitie groeide. Na haar schoolexamen vertrok ze naar de VS voor een stage als parlementair assistent in Washington. Bij haar terugkomst ging ze aan de slag als advocaat bij het Amerikaanse advocatenkantoor.
De Amerikaanse managementcultuur beviel goed. Het draaide het om teamgeest: niet alles willen controleren, maar taken juist delegeren. Ze houdt van de Amerikaanse positieve benadering. Mensen in haar omgeving roemen haar kracht als onderhandelaar. Ze slaagt er altijd in de gemene deler van twee partijen te vinden.
Tegenstanders roepen dat, ondanks het gemak waarmee ze zich beweegt op het internationale podium, het haar ontbeert aan pure economische kwaliteiten. Lagarde heeft inderdaad niet het traditionele pad bewandeld van een Franse topbestuurder. Ze studeerde sociaal recht in Parijs, haalde een universitaire graad Engels en besloot na twee mislukte pogingen dat ze de ENA, de Franse opleiding bij uitstek voor topbestuurders, links moest laten liggen.
Ook kan ze niet bogen op een reeks binnenlandse successen op financieel terrein. Maatregelen om de economie te stimuleren werden teruggedraaid. Het plan om overwerk niet te belasten leverden niet de verwachte koopkracht op.
Gevraagd naar de kwaliteiten van zijn belangrijkste tegenkan- didaat zei de Mexicaanse kandidaat Carstens dat Lagarde wel een hele goede kandidaat is. „En ik wens haar veel succes als directeur van het IMF.” Mexicaanse beleefdheid, ironie of heeft Carstens de handdoek al in de ring geworpen? Kan Lagarde zich gaan voorbereiden op haar inauguratiespeech in New York? Als ze tenminste niet uit het vliegtuig wordt gehaald. De beslissing om een onderzoek naar machtsmisbruik te starten is onlangs uitgesteld tot 8 juli.