Het staat in Wikipedia, dus
Het staat in Wikipedia, dus het klopt. Menig internetter vaart blind op de informatie uit de populaire online-encyclopedie. Maar hoe betrouwbaar is-ie eigenlijk?
Het is een discussie die met regelmaat opspeelt. Ook nu weer, rond het tienjarig bestaan van de Nederlandse editie van Wikipedia.
Vroeger had je Winkler Prins en –als je heel belezen was– de Encyclopaedia Britannica. De enorme naslagwerken stonden vooral goed in de boekenkast, maar het waren ook echt autoriteiten. Het einde van alle tegenspraak.
Wáren, want de digitalisering van informatie bleek onstuitbaar en de lijvige boekwerken verdwenen onder het stof, of belandden op de rommelmarkt. Informatie is nu met een enkele muisklik binnen handbereik. Internet blijkt een onuitputtelijke bron.
Een van de opvallendste voorbeelden van de digitalisering is Wikipedia. In tien jaar tijd –de originele Engelse editie startte in januari 2001, de Nederlandse versie ging in juni dat jaar online– groeide de ”vrije online-encyclopedie” uit tot het grootste en meest geraadpleegde naslagwerk ter wereld: 19 miljoen artikelen in 280 talen, maandelijks bezocht door 400 miljoen unieke bezoekers.
Wat Wikipedia echt bijzonder maakt is dit: het is geen product, maar een gemeenschap. Een community van tienduizenden vrijwilligers die de gratis encyclopedie maken tot wat zij is. Iedereen –leek of expert– kan een artikel toevoegen of bewerken. Geen elite die de lemma’s vult, maar ”wisdom of the crowd”.
Juist vanwege dit open karakter lag Wikipedia vanaf het begin onder vuur. Wetenschappers, journalisten en onderwijzers waarschuwden veelvuldig: informatie van Jan en alleman kón immers niet betrouwbaar zijn.
Bovendien gaf de laagdrempeligheid van het systeem vandalen vrij spel. Het toevoegen van kwetsende of onjuiste informatie is kinderspel, het aanpassen van artikelen eveneens. Voorbeelden zijn er te over, van politici, prominenten of bedrijven die hun onwelgevallige informatie een positieve draai gaven of simpelweg verwijderden.
In eigen land spreekt het voorbeeld van Mabel nog altijd het meest tot de verbeelding: vanaf een computer in Huis ten Bosch verwijderden prinses Mabel en prins Friso in 2006 informatie uit een lemma over de prinses; gegevens die verband hielden met haar relatie met maffiabaas Klaas Bruinsma. De Rijksvoorlichtingsdienst bevestigde het voorval later.
Toch, naarmate de encyclopedie groeide, nam ook de betrouwbaarheid ervan toe. De openheid van Wikipedia zorgde er namelijk voor dat gebruikers niet alleen zelf bijdragen leverden, maar elkaar ook gingen corrigeren. En dat was precies de bedoeling van oprichters Jimmy Wales en Larry Sanger: zo zou er vanzelf een betrouwbaar en evenwichtig naslagwerk ontstaan. Het geval-Mabel bewijst dat het werkt: nog geen uur nadat de Oranjes hun lemma aanpasten, maakte een oplettende wikipediaan de wijziging weer ongedaan.
Regelmatig vergeleken onderzoekers lemma’s uit Wikipedia met die uit gerenommeerde encyclopedieën zoals de Britannica. In 2005 stelde het wetenschappelijk tijdschrift Nature vast dat de kwaliteit van enkele tientallen artikelen uit beide naslagwerken vergelijkbaar was. Dat onderzoek deugt van geen kanten, reageerden de makers van de Britannica boos. Latere studies bevestigden nochtans het beeld.
Tegelijkertijd blijft het opletten. Miljoenen lemma’s kunnen nu eenmaal niet allemaal foutloos zijn. Temeer omdat het aantal vrijwilligers dat tijd wil steken in de redactie van de artikelen steeds verder afneemt. En steeds meer artikelen worden door een steeds kleinere groep wikipedianen geschreven.
Is het voor journalisten een must om informatie altijd te dubbelchecken, vanwege de overvloed aan gegevens ontkomt ook de gewone internetter er niet meer aan. Maar is die daartoe bereid?
Nauwelijks, stelt Teun Lucassen, onderzoeker van de Universiteit Twente. Sterker nog, Lucassen toont in een volgende maand te publiceren studie aan dat zelfs experts, mensen dus met gedegen vakkennis, informatie uit Wikipedia nagenoeg hetzelfde waarderen als leken. Nog opmerkelijker is dat grove inhoudelijke fouten het vertrouwen nauwelijks doen dalen.
De promovendus legde een groep van 657 deelnemers –de helft expert, de helft leek– diverse artikelen over automotoren voor. Hij veranderde de inhoud van de tekst en introduceerde fouten. Een deel van de groep las de originele tekst, een ander deel de gemanipuleerde lemma’s, waarvan tot wel de helft van de beweringen onjuist was.
Fouten of niet, voor de leken bleek dat niet van invloed: een kleine 70 procent had evenveel vertrouwen in het originele artikel als in het voor de helft gemanipuleerde artikel. Van de experts vertrouwde ongeveer 65 procent nog steeds op de juistheid van het foutieve artikel, tegen iets meer dan 80 procent bij het originele artikel.
Volgens Lucassen toont het onderzoek aan dat mensen de inhoud van de artikelen zeer oppervlakkig bekijken en doorgaans blindelings geloven wat er staat. „Over het algemeen zijn internetters niet bereid veel tijd en energie te stoppen in de vraag of informatie betrouwbaar is, of niet.”
Voor zijn promotieonderzoek wil Lucassen inzicht krijgen in de wijze waarop mensen omgaan met informatie waarvan ze de herkomst niet weten. „Vroeger was de bron bepalend voor de betrouwbaarheid. Op Wikipedia, en in toenemende mate op het hele internet, werkt dat niet, omdat de bron onbekend is.”
De volgende stap is internetters bewust te maken van de betrouwbaarheidsvraag. „Er zijn technische hulpmiddelen, zoals WikiTrust. Dat programma geeft teksten in Wikipedia een achtergrondkleur die de mate van betrouwbaarheid aangeeft. Erg gebruiksvriendelijk is het niet. De Engelse versie van Wikipedia bevat een heel goede kwaliteitsindicatie, maar die zit weggestopt op de discussiepagina’s. Die kwaliteitsindicatie zou veel beter zichtbaar moeten zijn, in alle taalversies.”
Uiteindelijk komt het toch vooral op de gebruiker zelf aan, denkt Lucassen. „Die kan op verschillende manieren de betrouwbaarheid toetsen: Hoe is de schrijfstijl van een artikel? Staat het vol spelfouten? Hoe lang is de tekst? Vaak geldt dat hoe langer een lemma is, hoe betrouwbaarder. De schrijvers hebben er immers veel tijd in gestoken. Ook het aantal referenties onder een artikel geeft een indicatie.”
Toch zijn ook deze criteria niet absoluut. Lucassen: „Je kunt niet in zijn algemeenheid zeggen dat Wikipedia betrouwbaar is, net zomin als je kunt zeggen dat de encyclopedie onbetrouwbaar is. De kwaliteit van de meeste artikelen is goed, maar er zitten rotte appels tussen. Het hele principe van Wikipedia –de openheid ervan– zorgt er nu eenmaal voor dat er altijd een niveau van onbetrouwbaarheid zal zijn. Als mensen zich daar maar bewust van zijn.”
Tien jaar Wikipedia
Deze maand viert de Nederlandse versie van de online-encyclopedie zijn tiende verjaardag. Een overzicht in cijfers.
Op 19 juni 2001 startte de Nederlandstalige versie van Wikipedia met het eerste artikel.
In tien jaar tijd schreven 394.000 gebruikers meer dan 700.000 Nederlandstalige artikelen.
Op 23 juni 2011 bevatte de Nederlandse wiki 706.959 artikelen. Dagelijks komen er 150 tot 200 lemma’s bij.
De Nederlandse Wikipedia trok in mei gemiddeld 171 miljoen pageviews: naar schatting 240.000 mensen vroegen per dag ongeveer 5,7 miljoen artikelen op. Dat zijn er 66 per seconde.
In 2010 bezette Wikipedia de zevende plaats op de lijst van best bezochte websites in Nederland.
Wikipedia telt in totaal meer dan 19 miljoen artikelen in 280 taalversies.
De Nederlandstalige editie is qua hoeveelheid artikelen de op acht na grootste ter wereld. De grootste is de Engelse, met 3.664.154 artikelen. De kleinste versie –met slechts één artikel– is in het Kanuri, een taal die gesproken wordt in onder andere Nigeria, Tsjaad en Kameroen.