EMG-bestuurder Jan Bakker: Gereformeerde gezindte moet bij verdeeldheid respectvol met elkaar omgaan

Hij is een nuchtere Zeeuw en legt de lat hoog. Bij een Amerikaans beursfonds heeft hij een directiefunctie. Sinds vorige week is Jan Bakker ook voorzitter van de raad van commissarissen van de Erdee Media Groep, uit­gever van onder andere deze krant en Terdege. „Mijn leven wordt getekend door de periode voor en na Garderen.”

Henk van den Berge
24 June 2011 19:28Gewijzigd op 21 April 2023 14:00
beeld RD
beeld RD

Voor zijn werk is Jan Bakker (45) vaak in het buitenland, maar hij komt altijd graag terug naar ’s-Gravenpolder, zijn woonplaats in Zuid-Beveland. „Ik ben honkvast. Hier ben ik geboren en getogen. Ik kom uit een warm gezin. Dat heb ik als heel belangrijk ervaren.”

Bakker is rustig, evenwichtig en vriendelijk. Hij houdt niet van veel vertoon. Verschillende keren in het gesprek zegt hij: „Het gaat niet zozeer om wat iemand zegt, maar wat iemand doet. Aan de vruchten kent men de boom.”

U had vrij snel een leidinggevende functie.

„Na de hts heb ik ruim twintig jaar bij Budelpack gewerkt, eerst in Poortvliet, later in Bergen op Zoom. Wij verpakten onder andere voedingsmiddelen en schoonmaakproducten. Dit bedrijf was een enorm goede leerschool voor mij. Wij groeiden sterk en daardoor kreeg ik de kans om me te ontwikkelen. Het was een ontzettend inspirerende omgeving. Na verschillende leidinggevende functies kwam ik in 2006 in de raad van bestuur van Budelpack International, met negen vestigingen in zes landen.

In 2009 ging ik aan de slag bij het Amerikaanse concern International Flavors en Fragrances, als operationeel directeur voor de regio Europa, Afrika en het Midden-Oosten. Dit beursgenoteerde fonds produceert geur- en smaakstoffen voor voedings­middelen en heeft een omzet van ruim 
2 miljard euro.”

Is leidinggeven bij een Amerikaanse beursgenoteerde onderneming anders dan bij een Nederlands bedrijf?

„Naar mijn ervaring wel. Amerikanen zijn resultaatgerichter. Dat spreekt mij aan. Wat ik soms wel mis, is de focus op de langere termijn. Er is niet zo veel ruimte voor visie. De nadruk ligt sterk op het realiseren van betere bedrijfsresultaten op de korte termijn. Wall Street heeft veel invloed.”

Wat kenmerkt u als manager?

„Ik ben geïnteresseerd in mensen en processen. Het is interessant om te zien hoe je het proces kunt verbeteren en hoe je mensen kunt laten groeien. Een kenmerk is ook dat ik resultaatgericht ben. Ik leg de lat hoog.”

U stelt hoge eisen aan uw werknemers. Kunnen dezen u altijd bijbenen?

„Soms niet. Dan kom ik tot de conclusie: het streven is goed, maar ik moet niet door blijven draven. Je moet wel kijken of je mensen het aankunnen. Maar in de praktijk zie je dat als zij worden uitgedaagd ze ver komen. Daarom probeer ik mijn mensen te stimuleren en mee te nemen in de ontwikke­ling van het bedrijf.”

Wat was voor u het belangrijkste leer­moment?

„Dat was een cursus van drie weken in Garderen. De directeur van Budelpack vroeg in 1997 of ik leiding wilde geven aan een nieuwe fabriek. Ik was enthousiast, maar voelde mij daarvoor niet helemaal toegerust. De personeelsmanager wees mij toen op een speciale managementcursus in Garderen.

We waren daar met achttien cursisten, een psycholoog en een psychiater. Het was ontzettend intensief. Iedere cursist stond een halve dag in het middelpunt. Eerst moest je uitvoerig vertellen wat je als de knoop in jouw functioneren ervaarde. Wat zijn je problemen, hoe komt dat en hoe pak jij ze aan? Daarna werd je door de andere cursisten, de psycholoog en de psychiater bevraagd. Je werd bij wijze van spreken helemaal uitgekleed. Vervolgens werd geprobeerd een verband te leggen tussen je verleden en het heden. Het was bijzonder confronterend.”

In uw persoonlijkheidstest staat dat u uw gevoelens niet snel laat blijken. Was het niet moeilijk om over de knoop in uw functioneren te praten?

Bakker tuurt even voor zich uit, en zegt bedachtzaam: ,Ja, het was een enorme loutering. Toen ik aan de beurt kwam, waren de meeste cursisten al geweest. Er waren intussen allerlei problemen aan de orde gekomen zoals incest, echtscheiding en onverwerkte rouw. Ik dacht steeds: „Wat ben ik een gezegend mens, want ik zou niet weten waar mijn knoop zit.” Dus in mijn onbenulligheid ben ik gaan vertellen dat misschien mijn knoop wel is dat ik geen knoop heb, of dat ik hem niet zie.

Nou, dat heb ik geweten. Er is enorm aan m’n boompje geschud. Ik kreeg scherpe vragen over zaken als mijn kerklidmaatschap, mijn visie op de maatschappij, het huwelijk en de positie van de vrouw. Ik probeerde uit te leggen hoe wij in de gereformeerde gezindte hierover denken, maar de vragen bleven aanhouden. Ik werd ongelooflijk aan de dijk gezet. Zo ervaarde ik dat.

Toen zei ik dat de bevraging iets heel gemeens begon te krijgen. De leiding gaf direct aan dat ik die woorden onmiddellijk moest terugnemen. De psycholoog zei: „Wij vragen jou om je eigen mening. Wat jouw vader, opa, dominee en politiek leider ervan vinden weten we nu wel, maar wat vind jij er nou zelf van? Kom op, uitleggen. Oude Testament dicht, Nieuwe Testament open.

Dat werd letterlijk zo gezegd. Dan wordt het heet onder je voeten. Ik werd op mijzelf teruggeworpen en dacht: Wat heb ik nog te vertellen? Ik moest zeggen wat ík vond.”

Wat betekent ‘Garderen’ voor u persoonlijk?

„Daar ben ik erop gewezen dat je niet alleen anderen moet napraten. Wees authentiek. Het ergens zelf iets van vinden, is een moeilijke les. Voor Garderen had ik misschien meer antwoorden dan vragen, maar na Garderen heb ik meer vragen dan antwoorden.

De ervaringen die ik in de cursus heb opgedaan, heb ik heel uitvoerig met mijn vrouw en ouders gedeeld. Jarenlang zijn onze onderlinge gesprekken ermee gevuld geweest. En dat geldt soms nog. Het heeft onze relaties verdiept.

Sinds Garderen probeer ik eerlijker te zijn ten opzichte van mijzelf. Is wat ik zeg ook wat ik vind en wat ik doe? De boom wordt aan de vruchten gekend. Daarbij probeer ik mij te spiegelen aan identificatiefiguren, aan mensen die mij inspireren.”

Wie zijn uw identificatiefiguren?

„Na de cursus werden dat geleidelijk aan andere personen. Om een eerste te noemen: Luther. Hij is open, eerlijk en wars van vorm, maar met veel inhoud. Hij heeft boven­dien niet op alle vragen een antwoord, maar hij is wel een leider. Zo’n houding spreekt mij aan. Luther is ook een man die kan vertellen wat genade is. Dat maakt jaloers.

Een tweede is Bach. Ik speel zijn werken graag op het orgel. Maar wat ik bij hem belangrijk vind, is dat hij de lat hoog legt en dat hij met zijn muziek waarin het Soli Deo gloria nadrukkelijk doorklinkt zelfs vele onkerkelijken bereikt.

Een derde is Willem de Clercq, een man van het Reveil. Hij was directeur van een grote organisatie en bevriend met Isaäc da Costa en Kohlbrugge. Hij zocht de verbinding tussen hoe het hoort en hoe het moet. Dat was zijn dagelijkse worsteling en dat is ook de mijne. Wat het daarbij voor De Clercq moeilijk maakte, was dat Da Costa en Kohlbrugge het op belangrijke punten niet eens waren. Ook dat herken ik.”

Zijn er voor u in de gereformeerde gezindte geen identificatiepersonen?

„Dat vind ik een moeilijk te beantwoorden vraag. Ik zoek naar leiderschap in de gereformeerde gezindte, naar visie. Naar mijn waarneming is dat schaars aanwezig. We zitten zo vaak verstrikt in onze tradities. Deze zijn zeker van belang, maar vaak belemmeren die ons bij het nadenken over hoe we anno 2011 de Bijbelse principes inhoud moeten geven. Maar principes gaan voor tradities.”

Hoe moeten we dan onze principes inhoud geven?

„Ik denk dat we ons meer moeten inspannen om houdbare antwoorden te geven op vragen over belangrijke actuele kwesties die in onze gezindte spelen, zoals de zondagsbesteding, medezeggenschap, medisch-ethische vraagstukken, bijzonder onderwijs, internetgebruik en hoe om te gaan met sociale media. Als we hierop geen goede antwoorden hebben, laten we onze jongeren het zelf uitzoeken en ontstaat er vervreemding van elkaar. Het uitgangspunt moeten de Bijbelse beginselen, de Tien Geboden zijn. Van daaruit moeten we beleid maken dat toekomstgericht is.

Ook denk ik dat we ons moeten inspannen om een scherper beeld van onszelf te krijgen. In Garderen werd ik samen met een vakbondsbestuurder en iemand van de milieubeweging voor in de zaal gezet. De psycholoog zei: „Jullie hebben één ding gemeenschappelijk. Jullie hebben in je achterzak allemaal een kaartje en daar staan drie woorden op: ik heb gelijk. Dat tekent jullie. Je kunt met jullie een amicaal gesprek voeren. Dat kan heel plezierig en respectvol zijn, maar één ding blijft overeind staan: ik heb gelijk. En daarom zijn jullie onhebbelijke mensen. Daar moeten jullie iets aan doen. Dat is jullie knoop. Dat willen jullie niet zien, maar dat is wel zo.”

We moeten ons anders opstellen, ook in de gereformeerde gezindte. We weten het te goed. We reageren bij moeilijke kwesties als een Bijbelvertaling zo scherp op elkaar. Wij lezen thuis de Statenvertaling, maar laten we respectvol omgaan met mensen die een andere keuze maken. Dat verwachten we van anderen toch ook? Laten we ons vooral richten op wat ons samenbindt.”

Waarom bent u commissaris bij Erdee Media Groep?

„Na Garderen wilde ik mij breder inzetten en een deel van mijn tijd besteden aan de publieke zaak, bij voorkeur binnen de gezindte. Daarom ben ik in het bestuur van de plaatselijke reformatorische basisschool gegaan toen ik daarvoor werd gevraagd.

Het lidmaatschap van de raad van commis­sarissen bij EMG zie ik als een mogelijkheid om een bijdrage te leveren aan het in stand houden en ontwikkelen van een identiteitsgebonden mediabedrijf.”

Wat is uw indruk van EMG?

„Het is een mooi bedrijf. Wat mij opviel toen ik commissaris werd, was de moeilijke positie van het RD vanwege de verdeelde en gepolariseerde achterban. Ik vind dat er met veel stuurmanskunst op een heel gewetens­volle manier een krant wordt gemaakt met nieuws en goede achtergrondartikelen. Daarbij wordt gelet op de breedte van de achterban, zonder geweld te doen aan de principiële uitgangspunten.”

Hoe ziet u de relatie tussen het RD en de gereformeerde gezindte?

„Ik denk dat het RD van grote waarde is voor de gereformeerde gezindte. Maar voor het RD geldt dat zijn toekomst voor een belangrijk deel afhankelijk is van wat deze gezindte overheeft voor identiteitsgebonden artikelen. Het in stand houden van het RD staat of valt met de loyaliteit van de achterban. Wat heeft deze voor principes over?”

Ziet u perspectief voor het RD?

„De krant moet hoge kwaliteit leveren. Kwaliteit mag voor abonnees nooit een reden zijn om af te haken. Dat vereist visie, sturing en investeringen in mensen en processen. Vooral goede achtergrondverhalen vind ik erg belangrijk.

God bestuurt alles, ook de toekomst van RD en EMG. Maar dat laat onverlet dat wij rentmeesters zijn. Het is onze opdracht het pand dat ons is toebetrouwd getrouw te bewaren. Vanuit dat perspectief hoop ik een bijdrage te leveren.”


Levensloop Jan Bakker

Jan Bakker wordt in 1966 in ’s-Gravenpolder geboren. Na de hts gaat hij werken bij aardappelverwerker Fri d’Or in Bergen op Zoom. Daarna heeft hij verschillende leidinggevende functies bij Budelpack, fabrikant van verpakkingen in Poortvliet. In 2009 wordt hij directielid bij het Amerikaanse beursfonds International Flavors and Fragrances, producent van geur- en smaakstoffen.

Bakker is getrouwd, vader van vier kinderen en lid van de Gereformeerde Gemeenten. Hij is bestuursvoorzitter van een basisschool en een vereniging van 25 Zeeuwse reformatorische basisscholen en voorzitter van de raad van commissarissen van de Erdee Media Groep (EMG).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer