„Zuid-Europese kerken kennen plaats in de marge”
PADUA – Het heeft in zeker opzicht voordelen dat de Zuid-Europese landen Italië, Spanje en Portugal geen gouden eeuw kennen waarin het protestantisme zegevierde, zoals Nederland en Engeland.
Met die constatering probeerde dr. Paul Wells, hoogleraar dogmatiek aan Faculté Jean Calvin (Aix-en-Provence), vrijdag de toespraken samen te vatten van de verschillende deelnemers op de Conferentie van Evangelicale Theologen uit Zuid-Europese landen.
Protestantse kerken en evangelische groeperingen in Noord-Europa en de Verenigde Staten leven nog te veel in de waan een dominante rol te kunnen spelen vanuit een meerderheidspositie, stelde Wells. Daarentegen weten de evangelicale groeperingen in de landen rond de Middellandse Zee altijd van marginalisering en hoe zij moeten opereren vanuit een minderheidspositie.
José De Segovia uit Madrid zei in zijn toespraak dat de tijd van theologische seminaries met fulltimestudenten voorbij is. In Zuid-Europese landen is een parttimestudie theologie voor enkelen mogelijk, de meeste studenten volgen hun theologische opleiding via schriftelijke correspondentie en meer en meer via internet. José De Segovia is voorganger van een protestantse gemeente in Madrid en voorzitter van de Spaanse afdeling van de Evangelische Alliantie. Daarnaast doceert hij aan Bijbelseminaries in Madrid en Barcelona.
Hij vertelde dat de grootste evangelicale groepering in Spanje wordt gevormd door de immigranten uit de Spaanssprekende landen van Zuid-Amerika. Deze evangelicale gemeenten hebben zo’n eigen karakter dat ze eigenlijk een aparte denominatie zijn.
De meeste theologische boeken die in Spanje op de markt komen, zijn vertalingen uit het Engels die door Spaanssprekende Argentijnen zijn gefinancierd en vertaald. Een ander deel van de christelijke lectuur is Spanje is in abominabel Spaans vertaald door de Latijnse gemeenschappen uit Miami (VS).
De gevestigde evangelische theologische seminaries in Spanje zijn niet flexibel genoeg om in te spelen op de uitdaging van de immigrantenkerken. Vanwege de geringe financiële middelen zouden seminaries moeten samenwerken, maar de besturen van de theologische opleidingen zijn te veel met de goede reputatie van de seminaries bezig.
Beto Marques, geboren in de voormalige Portugese kolonie Angola maar vanaf zijn kinderjaren woonachtig in Portugal, gaf zijn visie over de situatie in Portugal. Volgens Marques die voorganger is en tevens doceert aan het Instituto Biblico Potuguĕs van Loures, 20 kilometer van Lissabon, zijn de protestantse gemeenten niet in staat een voorganger te betalen, mede omdat in de rooms-katholieke cultuur geen gewoonte bestaat een deel van het inkomen aan de kerk te geven.
Ook in Portugal zijn de grootste aantallen van evangelicale christenen te vinden onder de immigranten uit de kolonies. Hermanus Taute een Zuid-Afrikaan die jarenlang onder de Portugeessprekende vluchtelingen werkte in Mozambique en vloeiend Portugees spreekt is ook verbonden aan het Bijbelinstuut in Loures. Samen met zijn Portugese collega’s constateert hij een onderwaardering van de academische theologische vorming in de protestantse kringen van Portugal.
Dr. Leonardo De Chirico probeerde vrijdag het gesprokene van alle sprekers op de conferentie in een overzicht samen te vatten. Alle voorgangers en theologen in de mediterrane landen hebben gemeenschappelijk dat zij nooit louter theologen zijn, maar zich op vele terreinen begeven. Omdat zij allen hun evangelisatiewerk zonder een gesettelde protestantse traditie moeten doen, zijn zij meer een ondernemers die als pioniers eigenlijk hun eigen afzetmarkt moeten scheppen.
In Italië heeft deze week de Conferentie van Evangelicale Theologen uit Zuid-Europese landen plaats. Deze krant doet driemaal verslag. Vandaag deel 2.