„Kosterschap was mijn lust en leven”
GORINCHEM – Zijn gezondheid dwong hem om te stoppen met het ‘kosteren’ in de gereformeerde gemeente in Gorinchem. Want anders was de 81-jarige M. Visser nog een poosje doorgegaan. Vorige week nam hij na zo’n vijftig jaar afscheid. „Ik heb het altijd met veel liefde gedaan.”
Visser werd rond 1960 gevraagd door ouderling Oskam, zijn schoonvader. „De koster was ziek. Ik kreeg de vraag of ik wilde helpen. Ik ben toen een paar jaar hulpkoster geweest. In 1963 werd het officieel.”
Volgens Visser had het werk in de beginjaren niet zo heel veel om het lijf. „We hadden een klein kerkje, er was catechisatie en af en toe een kerkenraadsvergadering. Ik hield de kerk schoon en zorgde voor koffie.” In 1981 werd de kerk verbouwd. De gemeente groeide. Er kwamen meer verenigingen en dus ook meer vergaderingen en activiteiten. Dat zorgde voor meer werk. „In de beginjaren hielp mijn vrouw met het schoonmaken van de kerk. Toen er meer kinderen kwamen –we kregen er zes– werd dat moeilijker. Vanaf die tijd hielpen een paar jongeren van de catechisatie.”
De Gorinchemmer heeft het kosterswerk altijd vol overtuiging gedaan. „Ik wilde eigenlijk helemaal niet stoppen. Mijn vrouw zei wel eens tegen me: neem je bed maar mee. Zo veel tijd bracht ik in de kerk door. Deuren openen, zorgen voor de verwarming, dingen repareren. Mooi en dankbaar werk. Het is dat mijn gezondheid me dwong, anders was ik doorgegaan. In 2008 heb ik een zware hartoperatie ondergaan. Daar knapte ik snel van op. Maar ik ben inmiddels ook behoorlijk doof. Het ging gewoon niet meer.”
Visser kosterde bij vier dominees: Hofman, Hakkenberg, Golverdingen en de huidige ds. Blok. Hij maakte veel mee. „Blijde en droeve gebeurtenissen; dat hoort bij het werk. Toen ik veertig jaar koster was, werd ik geridderd. Daar was ik dankbaar voor.” Zondag was de eerste keer dat hij ‘ambteloos’ in de kerk zat. „Wel een beetje vreemd om niets te hoeven doen. Mijn werk is overgenomen door mijn zoon. Hij doet het samen met iemand anders.”
Visser blijft betrokken bij het werk. „Ik zorg voor de cd’s waarop de diensten worden opgenomen en help wat bij het schoonmaken van de kerk. Ik vind het moeilijk alles in één keer los te laten. Ik mag de sleutel van de kerk houden. Dat is altijd gemakkelijk.”