Commentaar: Verbolgen Pechtold moet in spiegel kijken
D66-leider Pechtold is boos. Heel boos. Dreigend heeft hij de coalitie laten weten dat er een moment kan komen dat zijn fractie de telefoon niet meer opneemt, als het kabinet belt om de steun van D66 te krijgen voor een plan. Dat probleem hadden ze vroeger niet toen er nog geen nummersmelders waren. Telefoongerinkel betekende toen dat de ontvanger de hoorn van de haak nam. Technische vooruitgang heeft dus ook zo zijn nadelen.
De verbolgenheid van de voorman van D66 heeft te maken met het weghalen van de handtekening van de VVD onder een wetsvoorstel om het verbod op smalende godslastering te schrappen.
In 2009 hadden de kamerleden Van der Ham (D66), De Wit (SP) en Teeven (VVD) een initiatiefwetsvoorstel ingediend om het verbod uit het Wetboek van Strafrecht te halen. Zij wilden daarmee een eind maken aan de „bijzondere bescherming” van gelovigen tegen mogelijk kwetsende opmerkingen. Die voorkeursbehandeling is volgens hen strijdig met de vrijheid van meningsuiting.
Iedereen wist dat het indienen van deze wet vooral een principekwestie was. Sinds 1968 is er immers niemand meer veroordeeld wegens overtreding van dit vloekverbod. Het heeft dus vooral een symbolische kwestie.
Wel heeft Donner, toentertijd minister van Jusititie, in 2004 geprobeerd het artikel aan te scherpen zodat het vaker kon worden ingezet. De bodem was er toen zeker niet rijp voor. Kort daarvoor was Theo van Gogh vermoord. Sterker, er kwam een antireactie. Liberalen en libertijnen wilden het artikel helemaal schrappen. Dat is de achtergrond van het initiatiefwetsvoorstel waar D66, SP en VVD hun handtekening onder zetten.
De VVD heeft nu haar steun aan dit plan ingetrokken. Pechtold ziet dit als een knieval van de liberalen voor de SGP nu de coalitie de steun van de staatkundig gereformeerden nodig heeft omdat haar positie niet al te stevig is. Teeven heeft gezegd te kunnen begrijpen dat de SGP het als een gebaar van goede wil uitlegt.
Op zichzelf is er ook niets mis mee als een politieke partij omwille van samenwerking enigszins toegeeft op punten die voor een partij belangrijk zijn. Dat zal Pechtold in een meer bedaarde gemoedgesteldheid ook toegeven. Sterker, bij het aantreden van het kabinet heeft hij zelf gezegd de coalitie op bepaalde punten te willen steunen als die ten minste bereid is wisselgeld op tafel te leggen. Zo gaat dat dus in de politiek.
Waarom is D66 dan zo boos? Het zou wel eens kunnen zijn dat deze libertijnse partij ziet dat de afbraak van christelijk Nederland minder snel gaat dan dat zij zou willen. Want uiteindelijk is dat het belangrijkste speerpunt van Pechtolds partij.
Daarom was hij ook zo opgewonden toen de verruiming van het aantal koopzondagen (voorlopig) niet doorging. Ook toen verweet hij de liberalen de beginselen te verkwanselen aan de SGP, die voor hem het toonbeeld is van intolerantie. Misschien dat Pechtold na zo’n eruptie van verontwaardiging zelf nog eens in de spiegel moet kijken en zich moet afvragen wie nu het meest intolerant is. Zelfreflectie is soms heel leerzaam.