Steeds meer internationale samenwerking christelijke scholen
Leerlinguitwisseling met buitenlandse scholen, wederzijds docentenbezoek, e-mailprojecten. De reformatorische scholen geven internationalisering steeds meer een plaats in hun schoolplan. Het draagt bij aan de vorming van leerlingen én het biedt steun aan christelijke scholen die in een moeilijke positie verkeren.
Werkweken naar een buitenlandse bestemming zijn inmiddels gemeengoed. Op sommige scholen hebben de leerlingen e-mailcontact met jongeren in het buitenland. Native speakers proberen het kennisniveau van met name het Engels te verbeteren en van tijd tot tijd komt een buitenlandse gastspreker langs.
De meeste reizen hebben binnen Europa plaats, doorgaans naar Duitsland, Engeland of Frankrijk, maar er wordt ook samengewerkt met Hongarije en Roemenië. Daarnaast zijn contacten gelegd met de scholen in Noord-Amerika van met name de Gereformeerde Gemeenten. Dat leidde tot uitwisseling van docenten en leerlingen, maar ook tot bezoeken van een Canadees schoolkoor. Via Woord en Daad en zendingsorganisaties maken leerlingen kennis met de levensomstandigheden in de derde wereld.
In 2009 bracht een groep directeuren een werkbezoek aan Zweden en recent reisden ze een aantal Engelse scholen langs. Buitenlandse directeuren komen volgend jaar naar de bezinningstweedaagse die directeuren uit het reformatorisch basisonderwijs in Nederland al enkele keren in Noordwijkerhout hebben gehouden. Externe oriëntatie draagt volgens de organisatoren bij aan de bezinning op de inhoud en de toekomst van het reformatorisch onderwijs in Nederland.
Een van de katalysatoren voor de contacten met het buitenland is de invoering van tweetalig onderwijs (tto), in eerste instantie in het vwo. Om aan de tto-normen van het Europees Platform –dat de internationalisering in het onderwijs bevordert– te voldoen, waren contacten met Engelstalige leerlingen een voorwaarde. De Jacobus Fruytier Scholengemeenschap in Apeldoorn kwam in contact met de Christian Schools Trust, de overkoepelende organisatie van christelijke scholen in Engeland. Bezoeken over en weer volgden, en inmiddels hebben met verschillende scholen leerlinguitwisselingen plaats. De Fruytier zoekt fondsen om het christelijk onderwijs in Engeland te kunnen steunen.
De lerarenopleiding voor het voortgezet onderwijs van Driestar Hogeschool werkt inmiddels bij diverse vakken met tutoren die de studenten in het Engels begeleiden.
Het leggen en onderhouden van contacten met het buitenland vergt nogal wat tijd en geld. Enkele scholen hebben er subsidies voor binnengehaald.
Soms ontstaan er onverwacht andere moeilijkheden. Een uitwisseling met Bangladesh leidde tot problemen doordat leerlingen uit Bangladesh in Nederland asiel gingen aanvragen. Dat was even niet de bedoeling.
Dit is het slot van een vierdelige serie over christelijke scholen in Engeland.
Bidden om nieuwe leerlingen
Internationale samenwerking tussen christelijke scholen ontstaat onder meer door het werken met Accelerated Christian Education (ACE), een internationaal onderwijssysteem dat zowel in thuisonderwijs als op scholen wordt toegepast. Het werd ruim dertig jaar geleden door Amerikaanse baptisten uitgedacht en vervolgens wereldwijd via conservatieve kerken verspreid.
Arthur Roderick (71) is hoofd van de afdeling Europa, onder de weidse naam Christian Education Europe Ltd. Binnen Europa wordt het ACE-programma vooral in Rusland toegepast, gevolgd door Engeland. „In Zwitserland zijn drie scholen en tien gezinnen met thuisonderwijs die ACE gebruiken, in Frankrijk twee scholen en twintig gezinnen, in Spanje twee scholen en in Zuid-Duitsland één school”, zegt Roderick. Nederlandse leerlingen die een aantal dagen lessen volgen aan het opleidingsinstituut van M. Mortimer-Treur in Engeland maken daar onder meer gebruik van ACE-boekjes.
De Russen gebruiken het Engelstalige programma. Voor de andere landen zijn inmiddels gedeelten in het Duits, Frans en Spaans vertaald.
Een christelijke onderwijzersopleiding zoals Driestar Hogeschool is er in andere landen niet. Voor de leraren is het dan ook een grote omschakeling als ze een programma gaan gebruiken waarin de christelijke identiteit tot in de haarvaten zit. Voor alle deelnemende docenten is daarom een vierjaarlijkse opfriscursus in het hoofdkantoor (Maranatha House) in Shrivenham verplicht. Onderdeel daarvan is een oefening waarbij ze ervaren hoe de leerlingen zelfstandig werken.
De schooldirecteuren uit Nederland die het kantoor dit voorjaar bezochten, ondergingen deze simulatie met enig gezucht en de nodige humor. Het vlaggetje waarmee ze de leerkracht stilzwijgend om hulp mochten vragen, gebruikten ze ook om elkaar moed toe te zwaaien.
Voor de oudere leerlingen (12 tot 19 jaar) die van het ACE-programma gebruikmaken, is er eens per jaar een Europese studentenbijeenkomst.
Roderick werkte in Papoea en in Australië, maar keerde in 1985 terug naar Engeland om er het christelijk onderwijs te dienen. Hij stichtte de Maranatha School in Sevenhampton. Daar vormen zijn kleinkinderen nu 10 procent van de schoolpopulatie.
De school werd in 1991 gevestigd op een boerderij. Te midden van de glooiende akkers heerst de stilte. Een rustgevende omgeving, waar hard wordt gewerkt. Zoals in alle bezochte scholen heerst er rust en orde; er wordt alleen gefluisterd.
Het oorspronkelijke aantal leerlingen, zeven, is inmiddels vertienvoudigd. Ze zijn verdeeld over vijf leercentra: lokaaltjes waarin ze zelfstandig werken. De werkplekken zijn naar de muur gericht, terwijl zich in het midden van de ruimten de lesmaterialen en de nakijktafels bevinden.
Een andere school die met het ACE-programma werkt, is The School of the Lion, ten westen van Gloucester. Met een warm applaus heten de elf leerlingen de bezoekers –Nederlandse schooldirecteuren en vertegenwoordigers van VGS en Driestar Educatief– welkom. Ze staan op voor de dagopening. Directeur Nigel Steel vraagt een zegen voor de dag; ook zijn jongste zoon spreekt een deel van het gebed uit. Gezamenlijk reciteren leerkrachten en leerlingen de onberijmde tekst van Psalm 103.
Deze school was de eerste waarmee de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap uit Apeldoorn contact legde vanwege de invoering van tweetalig onderwijs in het vwo, zegt tto-coördinator drs. H. F. van Sorge.
The School of the Lion werd in 1988 opgezet door een groep ouders die ieder voor zich hun kinderen thuis christelijk onderwijs gaven. Zij vormden de vereniging Christian Families Educating Together (CFET). De naam van de school verwijst naar Christus als de Leeuw uit Juda’s stam.
De school werd in een kerkgebouw gevestigd. Toen hij daar in 2005 wegmoest, werden enkele schuren achter een oude boerderij betrokken. De Fruytierleerlingen brachten daarvoor 9000 pond (10.300 euro) bijeen.
„Dat was echter nog lang niet voldoende om deze boerderij te kunnen kopen”, zegt Steel, die naast zijn schoolwerk een bedrijf heeft om zijn gezin te kunnen onderhouden. „Tussen de post zat op een keer een envelop van een christelijke liefdadigheidsinstelling die ons onbekend was. We hadden hem bijna als reclame aan de kant geschoven. Tot onze grote verrassing kwam er echter een cheque uit: de instelling schonk ons 21.000 pond (bijna 31.000 euro). Daarin zagen we Gods hand.”
De lokalen zijn ingericht als ”learning centers” waar de nadruk ligt op zelfwerkzaamheid en verantwoordelijkheid van de leerlingen. ’s Morgens staan de leervakken op het rooster, ’s middags praktische activiteiten.
De school wil onderwijs geven dat in de lijn van de opvoeding thuis ligt. „Het christelijke curriculum is als schoon water dat ze krijgen in een wereld die hen vervuilt.” Van alle gezinnen wordt verwacht dat ze deelnemen aan de maandelijkse bidstond. Hun aantal is echter klein. Het aantal scholieren daalde van vijftig naar elf. „We bidden om nieuwe leerlingen.”