Betere behandeling voor heupbreuk
UTRECHT (ANP) – Het ziet ernaar uit dat de behandeling van een bepaald type gebroken heupen beter kan dan nu gebeurt. Het gaat om een breuk waarbij de heupkop is afgebroken van het dijbeen.
Dat blijkt uit onderzoek van chirurg Herbert Roerdink naar het gebruik van een nieuw implantaat. Hij promoveert dinsdag op zijn bevindingen aan het Universitair Medisch Centrum (UMC) Utrecht.
Roerdink volgde twee jaar lang vijfentwintig patiënten met het nieuwe implantaat. Slechts bij twee van hen was een nieuwe operatie nodig, bij de overige drieëntwintig herstelde de gebroken heup goed. Dat staat gelijk aan 8 procent. Ter vergelijking: met andere implantaten is de kans op mislukking 35 tot 40 procent.
Inmiddels hebben al zo’n negentig patiënten het nieuwe type implantaat in hun heup zitten. Daarvan zijn nu zes mensen opnieuw geopereerd. Roerdink houdt ook de vorderingen van deze patiënten nauwgezet in de gaten.
Het nieuwe implantaat wordt Jan van Gent genoemd, omdat de vorm ervan doet denken aan de zeevogel. Een platte metalen pin verbindt de afgebroken kop met het dijbeen. Uit de pin klappen twee ankertjes die de heupkop nog eens extra verankeren.
Jaarlijks breken ongeveer 18.000 mensen in Nederland hun heup. Bijna duizend van hen overlijden aan de gevolgen hiervan.