Kerk & religie

Ada Schouten-Verrips: Leren Bijbellezen begint in gezin

NUNSPEET – Leren Bijbellezen begint in het gezin, vindt Ada Schouten-Verrips. Voor verstandelijk gehandicapten en jonge kinderen schreef ze een serie Bijbelverhalen. Zonder gespreksvragen, want „een spontaan gesprek is veel fijner.”

3 May 2011 08:57Gewijzigd op 6 April 2023 16:51
beeld iStock
beeld iStock

Nu de jongste op de basisschool zit, heeft Ada Schouten-Verrips (41) uit Nunspeet, moeder van zes kinderen, overdag haar handen vrij om te schrijven. Zojuist heeft ze een boekje over de betekenis van het heilig avondmaal voor kinderen afgerond. Vorig jaar verscheen een soortgelijk boekje over de heilige doop van haar hand.

Haar belangrijkste werk is de serie ”Die eenvoudigen wijsheid leert”, die een aantal jaren geleden uitkwam: twintig Bijbelverhalen uit het Oude en het Nieuwe Testament voor verstandelijk gehandicapten en jonge kinderen.

Een Bijbel speciaal voor deze doelgroep is belangrijk, vindt Schouten. „Gewone kinderbijbels zijn vaak te moeilijk. Uitdrukkingen zoals „Het bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonden” begrijpen gehandicapten en jonge kinderen niet. Bloed associëren ze met pijn. Dat is eng. Verder hebben zij behoefte aan herhaling in de tekst en een chronologische volgorde van de verhalen.”

Het is volgens Schouten van groot belang dat ouders regelmatig voorlezen uit een kinderbijbel. „Leren Bijbellezen begint in het gezin. Als kinderen heel jong zijn, een jaar of twee, kun je al beginnen met voorlezen uit de peuterbijbel. Een vierjarige heeft dan al heel wat basiskennis als hij naar school gaat.”

Met name bij het naar bed gaan is een goed moment om voor te lezen, stelt Schouten. „Sommige ouders lezen een gewoon verhaaltje voor. Daar is niéts op tegen, maar juist voor het slapen is een uitgelezen moment om met je kind uit de Bijbel te lezen en erover te praten. Kinderen wennen er zo al jong aan om de dag met de Bijbel af te sluiten.”

Het voorlezen uit een (kinder)bijbel moet gepaard gaan met een gesprek erover, vindt Schouten. „Elk verhaal moet naar het hart van het kind toe, anders blijft het bij bijvoorbeeld het mooie verhaal van David en Goliath. Het moet duidelijk zijn dat het gaat over de strijd tussen goed en kwaad. In hun hart.”

Toch heeft ze geen gespreksvragen in haar eigen serie opgenomen. „Een spontaan gesprek vind ik veel fijner. Bij jongere kinderen is bovendien de aandacht al gauw weg.”

Heel bewust vermeldt Schouten in haar verhalen altijd het Bijbelgedeelte waar de vertelling te vinden is. „Kinderen moeten weten dat het niet zomaar een geschiedenis is, maar dat het uit de Bijbel komt. Voor kleuters loopt dat soms wel eens door elkaar heen. Als je dan vraagt welk Bijbelverhaal de juf heeft verteld, zeggen ze: Jip en Janneke.”

Ouders spelen een grote rol in het ontwikkelen van het Bijbelleesgedrag van jongeren, benadrukt Schouten. „Tijdens de preek stimuleren wij onze kinderen het Bijbelgedeelte zelf op te zoeken. Na afloop vragen wij hun: Wat vond je mooi? Wat sprak je aan? Zo ontstaat er soms een fijn gesprek. Ook geven we hun als ze kunnen lezen een Bijbel cadeau. Op die leeftijd vinden ze dat heel interessant.”

Recent schreef Schouten een dagboekje voor kinderen vanaf 6 jaar over dieren in de Bijbel. Dagboekjes zijn nuttig, vindt Schouten. „Net zoals de Moorman een uitlegger nodig had, hebben onze kinderen dat ook. Het is wel heel belangrijk hoe je als ouder met een dagboek omgaat. Wij laten de kinderen zelf het Bijbelgedeelte opzoeken en lezen. Als je daar met 10 jaar mee begint, ben je te laat.”

Sommigen zien nadelen aan dagboekjes, omdat jongeren de toepassing van een Bijbelgedeelte voorgekauwd zouden krijgen. Wat vindt Schouten daarvan? „In de kerk hoor je ook wat de predikant heeft bestudeerd. Ik heb daar niet zo veel moeite mee. Zelf Bijbellezen is heel goed, maar kinderen blijven een uitlegger nodig hebben.”

Wat hoopt Schouten te bereiken met haar uitgaven? „Dat kinderen de Heere leren kennen en zien dat dat alles in het leven is. Daarbij is de hulp van de Heilige Geest onmisbaar. Al zou je honderd boeken lezen en je mist die hulp, dan heb je nog niets.”

Dit is het tweede deel in een serie over Bijbellezen onder jongeren. Donderdag deel 3.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer