Dr. M. J. Kater: „Een vreemdeling verlangt naar huis”
WOUDENBERG – „Bij vreemdelingschap moeten we denken aan heimwee. Heimwee naar God, een verlangen naar huis. Als dat verlangen niet trekt, bent u geen vreemdeling.”
Dat zei dr. M. J. Kater, christelijk gereformeerd predikant te Sint Jansklooster, dinsdagavond in Woudenberg, waar hij voor de Appelgroep Klassiek Gereformeerd Belijden sprak over ”Vreemdelingschap”. De appelgroep wordt gevormd door mensen uit de Protestantse Kerk, de Hersteld Hervormde Kerk, Gereformeerde Gemeenten en Oud Gereformeerde Gemeenten. Dr. Kater hield de eerste lezing van de tweede jaargang.
„Petrus schrijft zijn eerste brief aan de vreemdelingen en voorbijgangers. Hij noemt hen parochianen die in den vreemde verblijven”, zei dr. Kater. „Petrus legt de nadruk op het leven dat bij deze vreemdelingschap behoort. Het is genadegave en het verplicht tot een heilig leven. Ze zijn vreemdelingen geworden.”
De predikant schetste de vreemdelingschap in Oude en Nieuwe Testament. „Israël moest nooit vergeten hoe ze er aan toe waren geweest in Egypte. Ze verkeerden daar als vreemdelingen en bijwoners. Ze werden niet gezien als burger. Ze hadden ook geen stemrecht. Ze waren slechts te gast op aarde. In het Nieuwe Testament wordt ons gewezen dat ons burgerschap in de hemelen is.”
Bij de vreemdelingschap hoort volgens de predikant uit Sint Jansklooster een bepaalde levensstijl. „Dat is een levensstijl op twee fronten: naar binnen en naar buiten. Het is een inwonen en een uitwonen. Het is deelnemen aan de maatschappij en tegelijk vreemdeling zijn. Het is overal en nergens thuis zijn.”
In navolging van Calvijn wil hij die twee aspecten bij elkaar houden. Hij wees ook op ontsporingen van de vreemdelingschap: wereldmijding door het monnikendom, vrijwillige ontheemding, zwerven om Christus’ wil. „Als het hart niet klopt van vreemdelingschap, krijg je wetten van vreemdelingschap.”
De heilige roeping om vreemdeling op de aarde te zijn, waartoe Petrus in zijn brief oproept, is volgens de predikant verbonden met het vaderland elders. „Daar ontspringt de vreemdelingschap, waarbij we moeten denken aan heimwee. Heimwee naar God. Het is een verlangen naar huis. Als dat verlangen niet trekt, bent u geen vreemdeling. De trekkracht naar Boven is zwaarder dan de zwaartekracht van hier beneden.”
Onderweg gaat het om zowel distantie als om navolging, zei hij. „Petrus noemt dat een plicht om heilig te zijn in al uw wandel. Denk ook aan artikel 37 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis: de wereld voor niet dan voor kinderspel en tijdverdrijf te achten, en de geweldige tegenstelling: die dag te verwachten met groot verlangen.”
Op een vraag hoe welvaart, zoals die blijkt uit advertenties en beurzen, zich verhoudt tot vreemdelingschap, zei dr. Kater dat dit tot de schaduwkant ervan behoort. „Welvaart kan een oordeel zijn. We kunnen een slaaf van de welvaart worden. Het is een gevaar dat we ons nestelen op de aarde.”