Hoksbergen: Adoptie kind op bestelling immoreel
Maar liefst 60.000 adoptiekinderen vonden de afgelopen zestig jaar in Nederland een thuis. ‘Adoptiehoogleraar’ René A. C. Hoksbergen (70) van de Universiteit Utrecht analyseerde de historie, hypes en trends en schreef er een boek over. „Het belang van het kind is er in Nederland steeds meer bij ingeschoten.”
Zelf was Hoksbergen pas negen jaar oud toen zijn moeder overleed. Ze was nog geen vijftig. De zussen van zijn moeder en later de nieuwe vrouw van zijn vader voedden hem op. „In zekere zin voelde ik me geadopteerd door deze lieve vrouwen”, vertelt Hoksbergen. Hoewel met emeritaat is de hoogleraar nog steeds veel met adoptieonderzoek bezig. „En in mijn lade heb ik een lijst van adoptieouders en geadopteerde kinderen die ik nog wil bezoeken. Hun verhalen blijven me boeien.”
De ongebruikelijke opvoeding van Hoksbergen drukte een stempel op zijn leven. Al sinds zijn jeugd voelt hij zich betrokken bij adoptiekinderen en adopterende ouders. Hij volgde de trends in adoptieland de afgelopen decennia nauwkeurig en kritisch. Eind mei verschijnt van zijn hand het boek ”Kinderen die niet konden blijven, een historische blik op zestig jaar adoptie in Nederland”.
Hoksbergen zag de adoptiecultuur in Nederland de afgelopen decennia veranderen. Van wereldverbeterende adoptieouders in de jaren zeventig tot veeleisende ouders anno 2011. Na het verdwijnen van het taboe in de jaren zeventig, adopteerden veelal idealistische ouders jaarlijks zo’n duizend kinderen uit met name Azië en Zuid-Amerika. „Adoptieorganisaties stelden zich in die periode ten doel ouders te zoeken voor een kind in nood.”
Er was volgens Hoksbergen echter nog weinig aandacht voor opvoedingsproblemen in adoptiegezinnen. Hij spreekt van een roze wolk, die in de jaren tachtig verwaaide. De druk van wensouders op bemiddelaars om „zo snel mogelijk een kind te krijgen” werd groter en de potentiële ouders toonden zich veeleisend. Tegelijkertijd klaagden adoptieouders dat ze onvoldoende voorbereid waren op de ingewikkelde opvoedingsproblemen van het adoptiekind.
Hoksbergen: „Begin deze eeuw vroeg een adoptieouder zelfs een schadevergoeding, omdat het kind niet voldeed aan de verwachtingen.”
Bestelling
Een van de dieptepunten de afgelopen zestig jaar is wat Hoksbergen betreft de recente bevalling van een 63-jarige moeder uit Friesland, die met behulp van embryoadoptie als oudste moeder van Nederland een kind ter wereld bracht. „Ik ben bang dat meer vrouwen, die al lang de menopauze gepasseerd zijn, dit voorbeeld willen volgen”, vreest Hoksbergen. De emeritus hoogleraar is boos en bezorgd omdat de belangen van het kind in deze nieuwe trend „totaal uit het zicht” zijn geraakt.
„Het embryo wordt als een kerstpakket samengesteld. Iemand kiest bijvoorbeeld voor het zaad van een sterke Deense man en het eitje van een slanke Italiaanse dame. Het is zelfs mogelijk het kind door een goedkope Indiase draagmoeder op de wereld te laten zetten. Zo worden de kinderen totaal losgerukt van hun genen en wortels. Daar krijgen ze later hoe dan ook last van.”
Hoksbergen toont zich verbijsterd over de Italiaanse gynaecoloog die de 63-jarige vrouw geholpen heeft zwanger te worden. „Die was trots op het resultaat. Hij heeft het idee dat hij de ongewenst kinderloze vrouw geholpen heeft.”
Maar deze gynaecoloog vergeet volgens de emeritus hoogleraar te kijken naar de gevolgen. „Het dochtertje van de vrouw moet straks op haar vijftiende voor haar hoogbejaarde moeder zorgen. Dat is volstrekt immoreel en onacceptabel.”
De Friese moeder op leeftijd maakte gebruik van anonieme donoren. Dit is in Nederland sinds 2004 verboden, waardoor sommige wensouders, die toch graag gebruikmaken van anonieme genen, over de grens op zoek gaan.
Niet verstandig, vindt Hoksbergen. „Anonieme donoren mogen in het buitenland anoniem blijven. In Nederland wordt de identiteit van de donor op verzoek openbaar gemaakt. Daarmee wordt de identiteit van het kind gerespecteerd. Juist als ouders tegenover hun kind open zijn over de genetische achtergrond, geeft het hun respect en voelt het zich geliefd en gewenst.”
Het in het Kinderrechtenverdrag vastgestelde recht op identiteit wordt bij anoniem donorschap bovendien met voeten getreden, zegt Hoksbergen. „Zolang de donoren anoniem zijn, krijgt het kind nooit de mogelijkheid zijn biologische identiteit te achterhalen.”
De adoptiehoogleraar pleit er daarom voor het recht op kennis van genetische herkomst in de grondwet op te nemen. „Er zou ook een centraal orgaan moeten komen dat gegevens van donoren ter raadpleging opslaat.”
Consequenties
Wat Hoksbergen betreft, houdt het daarmee niet op. „Nederland zou het initiatief moeten nemen in een internationale discussie over het wettelijk verbieden van anoniem donorschap. Ook moet elke vorm van niet-familiegebonden draagmoederschap verboden worden.” Een westers kind dat door een goedkope Indiase draagmoeder ter wereld gebracht wordt, moet volgens de hoogleraar niet meer worden toegelaten in Nederland.
„Adoptiekinderen ontlenen hun genen aan een onbekende ander. Dat is zowel het geval bij ‘gewone’ adoptiekinderen als bij kinderen die via een van de moderne voortplantingsmethoden ter wereld zijn gekomen. Ouders realiseren zich dat vaak niet voldoende.”
Daardoor komt het kind vaak in een identiteitscrisis terecht, aldus Hoksbergen. „Zeker de helft van je eigen identiteit verleen je aan je genetische herkomst. Als die onbekend of ver weg is, zorgt dat voor blijvende onbeantwoorde vragen. Niemand kan zeggen: „Die talenknobbel heb je van je vader”, of: „Als je boos bent, ben je net als je moeder.” Het kind kan zich niet identificeren met zijn ouders en omgeving en begrijpt niet waarom hij is zoals hij is.”
Ondanks de op z’n minst discutabele adoptiepraktijken van vandaag de dag, moet volgens de emeritus hoogleraar niet vergeten worden dat er nog steeds een grote groep adoptieouders is die met goede wil kinderen uit het buitenland adopteert.
Hij verwondert zich over het doorzettingsvermogen van adoptieouders, die zich vaak door moeilijke periodes met hun geadopteerde kind heen worstelen. „Onlangs belde een vader van een achttienjarige adoptiezoon mij huilend op. Zijn zoon was op het verkeerde pad terechtgekomen. Die vader was zich bewust van de consequenties van adoptie en had er alles voor over zijn kind er weer bovenop te helpen. Dergelijke worstelingen blijven mij raken.”
Boekpresentatie
Het boek ”Kinderen die niet konden blijven, Een historische blik op zestig jaar adoptie in Nederland” wordt op 27 mei gepresenteerd op de Uithof in Utrecht.