Onderwijs & opvoeding

Examencijfers lager, opleidingsniveau stijgt

UTRECHT – Leerlingen in het voortgezet onderwijs halen steeds lagere cijfers voor het centraal examen. Het gemiddelde opleidingsniveau stijgt echter.

Onderwijsredactie
20 April 2011 10:18Gewijzigd op 14 November 2020 14:37
Foto ANP XTRA
Foto ANP XTRA

Dat signaleerde de onderwijsinspectie woensdagmorgen in het Onderwijsverslag over het schooljaar 2009/2010. Sinds 2006 zijn vooral in het vmbo de cijfers voor wiskunde, Nederlands en Engels gedaald. In de gemengde/theoretische leerweg ging het cijfer voor wiskunde bijvoorbeeld van 6,4 naar 6,1. Precies dezelfde daling vertoont het cijfer voor Nederlands in het vwo.

De inspectie noemt de teruglopende prestaties „des te zorgelijker omdat er de komende jaren terecht veel van het voortgezet onderwijs wordt verwacht. Zo komen er aangescherpte exameneisen en worden er reken- en taaltoetsen ingevoerd.”

In het basisonderwijs zijn de prestaties iets beter dan in de twee voorgaande jaren. Een andere positieve ontwikkeling is de daling van het aantal zwakke en zeer zwakke scholen. Ook gaan er meer leerlingen naar hogere vormen van voortgezet onderwijs (vo), middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en hoger onderwijs, waardoor het gemiddelde opleidingsniveau stijgt. Meer jongeren halen hun startkwalificatie en er zijn minder voortijdige schoolverlaters.

De inspectie signaleert ook minder gunstige ontwikkelingen. Juist leerlingen die goed onderwijs hard nodig hebben, zitten vaak op zwakke scholen. Scholen en opleidingen waarborgen de kwaliteit van diploma’s onvoldoende. Ze verschillen ook sterk in de opbrengsten die ze bereiken. Daardoor zijn leerlingen op de ene school veel beter af dan op de andere.

Ongunstig is ook dat de uitstroom naar het voortgezet speciaal onderwijs stijgt. Ook halen op dit moment veel meer havo- en vwo-leerlingen hun diploma in het volwassenenonderwijs, waar ze aanzienlijk lagere cijfers halen dan in het gewone vo. Vwo-leerlingen halen bijvoorbeeld gemiddeld een 6,3 voor wiskunde, maar in het volwassenenonderwijs slechts een 5,6. Hierdoor zijn ze minder goed toegerust voor het vervolgonderwijs.

Het aantal zeer zwakke basisscholen is in 2010 bijna gehalveerd, van 96 naar 49. In het voortgezet onderwijs zijn er iets minder scholen die de inspectienormen halen. Dat komt vooral door het vwo: het percentage zwakke vwo-afdelingen steeg tussen 1 januari 2010 en 1 januari 2011 van 12,4 naar 16 en het percentage zeer zwakke vwo- afdelingen van 0,8 naar 1,2.

De inspectie ziet belangrijke verbetermogelijkheden voor het voortgezet onderwijs. Zo wordt er op veel scholen niet systematisch en doelgericht gewerkt aan betere leerprestaties. Ook speelt de helft van de leraren in het voortgezet onderwijs niet voldoende in op verschillen tussen leerlingen. Een op de vijf scholen plant nog te weinig onderwijstijd. Er staan steeds vaker onbevoegde leraren voor de klas; 18 procent van de lessen wordt gegeven door een niet-bevoegde docent.

Verbetering van het onderwijs is volgens inspecteur-generaal A. Roeters haalbaar. „We zien grote verschillen tussen scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie. Terwijl de gemiddelde prestaties in het vmbo dalen, zijn er ook vmbo’s die hun niveau weten te verbeteren. En zo zijn er ook havo- en vwo-scholen die het goed doen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer