EMDR-behandeling succes bij posttraumatische stressstoornis
Een traumatische ervaring, zoals de schietpartij in Alphen aan den Rijn, kan iemand jarenlang achtervolgen – in de vorm van lichamelijke klachten, angst of nachtmerries. Bij velen staat het beeld van de situatie op hun netvlies gebrand. Behandeling via de EMDR-methode kan helpen bij verwerking van het trauma.
In gereformeerde kring stond men eerst afwijzend tegenover gebruik van EMDR, voluit: Eye Movement Desensitization and Reprocessing, omdat het werd geassocieerd met hypnose, weet psychologe Hellen Hornsveld, onderzoeker aan de Universiteit Utrecht en spreker op het EMDR-lustrumcongres vandaag in Nijmegen. „Inmiddels is duidelijk dat het daar niets mee te maken heeft. Het is een reguliere behandeling geworden. Bij Eleos ken ik verschillende therapeuten die EMDR toepassen.”
Toch stonden niet alleen gelovigen in eerste instantie negatief tegenover het gebruik van de methode die de Amerikaanse psychologe Francine Shapiro ruim twintig jaar geleden min of meer bij toeval ontdekte, aldus Hornsveld. „Psychotherapeuten gingen er vrij snel mee werken. Wetenschappers daarentegen bleven lang kritisch op die rare therapie waarbij je met je ogen heen en weer moet bewegen. Langzaam maar zeker zijn ze overtuigd geraakt van de werkzaamheid. Die negatieve houding heeft er wel voor gezorgd dat er nog maar weinig wetenschappelijk onderzoek is gedaan naar de behandeling.”
Ontdekster Shapiro beschrijft de EMDR-methode voor het eerst in een wetenschappelijke publicatie in 1989. Ze meldt hoe ze deze met succes toepaste bij Vietnamveteranen met een posttraumatische stressstoornis (PTSS). „EMDR is inmiddels opgenomen in alle behandelrichtlijnen voor PTSS, samen met een andere methode, imaginaire exposure.”
Hornsveld legt uit dat de tweede techniek zich erop richt om patiënten de traumatische situatie zo vaak in gedachten te laten herbeleven dat ze er geen last meer van hebben; dat de scherpe kantjes er als het ware van afslijten. „Van verschillende psychotherapeuten hoor ik dat ze de voorkeur geven aan EMDR, omdat deze sneller zou werken.” Al vormen getraumatiseerde militairen nog altijd een belangrijke doelgroep, de methode wordt vandaag de dag veel breder toegepast.
Anders dan bij imaginaire exposure, beleeft de patiënt bij EMDR een situatie niet opnieuw, maar neemt hij of zij een stilstaand beeld van de traumatische ervaring in gedachten en laat de emoties op zich inwerken die met dat beeld bovenkomen. Daarbij beweegt hij of zij tegelijkertijd met de ogen van links naar rechts, door de vinger van de behandelaar te volgen, of de persoon hoort afwisselend in het linker- en het rechteroor klikjes via een koptelefoon.
Hoe de behandeling precies zijn effect heeft, is nog niet helemaal duidelijk, zegt Hornsveld. De onderzoekers van de Utrechtse vakgroep proberen daar meer zicht op te krijgen en over die bevindingen spreekt ze vandaag op het lustrumcongres van de Vereniging EMDR Nederland.
Het idee was eerst dat de oogbewegingen of de klikjes een verbinding leggen tussen rationele en emotionele hersenactiviteit door afwisselend de linker- en de rechterhersenhelft te activeren. „Dit is waarschijnlijk maar een klein deel van het effect.”
Belangrijker is het dat de beweging of het geluid de gedachten afleidt van de herinnering, stelt Hornsveld. „De capaciteit van ons werkgeheugen is beperkt”, legt ze uit. „Wanneer iemand tegelijkertijd een herinnering ophaalt en gekke oogbewegingen maakt, gaat dat ten koste van het vasthouden van het beeld. Het wordt minder levendig. Dit veranderde, minder emotioneel beladen beeld wordt vervolgens weer opgeslagen in het geheugen.”
De psychologe vindt het nog altijd intrigerend om te zien hoe het perspectief van mensen in de loop van de behandeling verandert. „Iemand krijgt, met hetzelfde beeld in gedachten, oog voor andere aspecten. Zo ziet een patiënt met een tandartsenfobie, als gevolg van een nare ervaring, misschien eerst alleen de boor. Later realiseert hij zich echter dat het goed is afgelopen. De betekenis van het beeld verandert.”
Ook constateert Hornsveld dat de behandeling ervoor zorgt dat er een grotere afstand ontstaat ten opzichte van de nare gebeurtenis. Vaak hoort ze van patiënten dat die eerst het gevoel hebben dat alles zich gisteren heeft afgespeeld, terwijl ze tijdens een EMDR-sessie opeens het gevoel en het inzicht krijgen: het is al jaren geleden gebeurd.
De psychologe verwacht dat de methode en de toepassingsgebieden zich de komende jaren nog verder zullen ontwikkelen. „Er is op dit moment veel onderzoek naar het gebruik van EMDR bij psychose en verslavingsstoornissen. Ik kan me ook voorstellen dat er nog aanpassingen volgen in het protocol wanneer uit studies blijkt welke aspecten van de methode meer en minder effectief zijn.”
Al is de EMDR-methode voor veel mensen geschikt, zelfs voor jonge kinderen, toch werkt hij niet bij iedereen, weet Hornsveld uit ervaring. „Sommigen vinden het te eng of kunnen heel moeilijk bij hun gevoel komen. Je moet een bepaalde bereidheid hebben om naar de pijn toe te gaan.”
www.emdr.nl voor meer informatie en een video.