Commentaar: Palestijnse schoolkinderen hoeven niet bang te zijn
”Voorbereiding op de grote strijd”. Zo betitelden Israëlische defensiedeskundigen het geweld tussen Israël en de Palestijnen van de afgelopen week. Palestijnse strijders vuurden meer dan honderd projectielen op het zuiden van Israël af. Israël reageerde met forse luchtaanvallen op de Gazastrook en gerichte liquidaties van Hamaskopstukken.
Het lijkt inderdaad een kwestie van tijd voor er zich een nieuwe, massale confrontatie tussen beide partijen voordoet. Hamas heeft volgens de Israëlische inlichtingendienst zijn wapenarsenaal sinds de Gazaoorlog van 2008/2009 fors aangevuld en moet inmiddels in staat worden geacht dichtbevolkte stedelijke gebieden als Tel Aviv te treffen. De afschrikkende werking van de Israëlische vuurkracht komt steeds verder onder druk te staan.
Israël heeft op zijn beurt ook niet stilgezeten. De Joodse staat ontwikkelde het Iron Dome-antiraketsysteem, dat de afgelopen week met succes werd ingezet. Met enige trots toonde het Israëlische leger filmpjes van het uit de lucht schieten van Palestijnse raketten, die anders op Ashkelon of Be’ersheva terecht zouden zijn gekomen.
Enkele dagen na de escalatie van het geweld rond de Gazastrook vroeg Hamas dan ook met klem om een wapenstilstand. Nota bene via een in het Hebreeuws gegeven interview door een woordvoerder van de strengislamitische beweging. Het verzoek stond in schril contrast met de antizionistische retoriek die Hamas doorgaans gebruikt.
Het verzoek om een staakt-het-vuren kwam overigens op een saillant moment: kort nadat rechter Richard Goldstone een van de belangrijkste beschuldigingen uit zijn rapport over de Gazaoorlog had ingetrokken. In dat document had Goldstone Israël ervan beschuldigd doelbewust Palestijnse burgers te hebben aangevallen. Die aantijging kan hij niet langer hardmaken, en los daarvan zou zijn rapport er heel anders hebben uitgezien als hij destijds had geweten wat hij nu wist, aldus de Zuid-Afrikaanse jurist in een artikel in The Washington Post.
De internationale gemeenschap schaarde zich destijds voor het overgrote deel achter het Goldstonerapport en was dus klaarblijkelijk met de commissie van mening dat het in Israël staand beleid is om Palestijnse burgers te vermoorden.
Wat bleef het vorige week dan toch weer angstig stil, toen Palestijnse terroristen een antitankraket op een Israëlische schoolbus afvuurden. Wonderlijk genoeg vielen er ‘slechts’ twee gewonden. Over doelbewust burgers aanvallen gesproken.
Hamas scheen te beseffen dat het met deze aanslag een stap te ver was gegaan. De beweging haastte zich te verklaren dat ze niet wist dat het om een schoolbus ging. Tja, schoolbussen zijn in Israël nu eenmaal geel.
Israëls woede en vergelding voor deze aanval werden, zoals gebruikelijk, disproportioneel genoemd. Alsof er in zo’n situatie iets van proportionaliteit kan bestaan. Eén ding is zeker: Palestijnse kinderen hoeven niet bang te zijn dat zij op weg naar school door een antitankraket zullen worden getroffen. Israëlische scholieren klaarblijkelijk wel.