Dirigent seniorenkoor Jubilate Deo: Zing alsof u een beetje boos bent.
”Wij reizen naar die stad”, ”Vat Gij mijn hand”. Het seniorenkoor Jubilate Deo uit Woudenberg zingt in met twee gezangen. Op verzoek van Evert van Dijkhuizen. „Dank u wel. Ik hoop dat het stof een beetje van de longen af is”, vervolgt de dirigent.
Jubilate Deo repeteert iedere donderdagavond. Vandaag staat muziek voor de lijdenstijd centraal. Als eerste ”Duur gekocht” van Roeland de Reuver. De sopranen bijten de spits af. De baritons en alten volgen. „Wilt u teruggaan naar regel 2”, vraagt Van Dijkhuizen. „Ik hoor noten die er niet in thuishoren. Het zijn lastige sprongen. Let ook op de opmaat aan het begin van elke regel. Die noot met een vlaggetje geldt als een soort zetje om u weer op gang te helpen.”
De dirigent zit tijdens de repetitie achter de piano en speelt en zingt mee. In ”Ere aan de Koning” van Thompson attendeert hij op de tekstuitbeelding. „Maat 23 klinkt wat droevig. Wilt u daar iets terugnemen, om vervolgens een klein crescendo te maken? Bij ”Ga tot Hem met al uw noden” weer wat terug in volume. En het ”Gloria” graag fortissimo.” Van Dijkhuizen verduidelijkt zijn aanwijzingen soms met een beeld. „Denk aan het gregoriaans” en „Dat gaat een beetje alsof u op een racefiets zit.”
Henny de Smit is sinds de start in 1996 voorzitter van het seniorenkoor. Daarvoor zong hij zo’n dertig jaar op het grootkoor Jubilate Deo. „De vraag om een ouderenkoor op te richten kwam vanuit de leden van het grootkoor”, herinnert De Smit zich. „Dit koor studeert grote, pittige werken in. Op het seniorenkoor doen we het wat rustiger aan en kiezen voor eenvoudiger repertoire. De gemiddelde leeftijd van de circa vijftig leden ligt rond de zeventig jaar. De mensen kijken uit naar de repetities en bezoeken deze trouw.”
De christelijke gemengde zangvereniging Jubilate Deo, waartoe het grootkoor, seniorenkoor en kinderkoor De Nachtegaaltjes behoren, gaat uit van de hervormde gemeente in Woudenberg. De Smit: „We geven daarom jaarlijks een passie- en paasconcert en een kerstconcert in onze kerk, de Dorpskerk. Daarnaast zingen we in verpleeghuizen en verzorgingscentra.” Koorlid Jan Mourik doet dat laatste graag. „Het betekent veel voor de bewoners. Voor de samenzang zoeken we gezangen op die zij kennen.”
Er wordt hard gewerkt. Van Dijkhuizen: „We gaan…” „Koffie doen”, vult iemand in. „Nee, nee, eerst nog ”Waarheen zal ik mij wenden” van Schubert.” Na de pauze klinkt ”Adoramus Te, Christe” van Dubois. „Zing ”Quia per sanctam crucem” alsof u een beetje boos bent.” Het klinkt wat aarzelend. „U bent misschien bang van het Latijn. Probeer de woorden mooi uit te zingen. Met klinkers kunt u fraai klank maken. Graag ook bij ”Christe”. Het zakt daar bij u wat weg. Dit woord moet echter aanzwellen, want het gaat om het belangrijkste deel van de regel.”
Dit is deel 3 in een serie. Volgende week dinsdag deel 4.