UPC en OR praten weer over ontslagen
De ondernemingsraad van UPC krijgt alsnog inzicht in de manier waarop het kabelbedrijf de activiteiten in Nederland reorganiseert ten koste van in totaal 650 arbeidsplaatsen.
Dat is het voorlopige resultaat van de procedure die de OR tegen de directie van UPC Nederland heeft aangespannen bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam. Het medezeggenschapsorgaan verwijt de UPC-leiding lukraak mensen te ontslaan, terwijl niet eens duidelijk is of hun functie werkelijk komt te vervallen.
Tijdens de zitting donderdag kwamen partijen overeen dat UPC binnen een week met de geëiste informatie komt. Op basis van die informatie volgt nader overleg. Mislukt dit overleg, dan treffen de kemphanen elkaar over veertien dagen opnieuw in de rechtszaal.
Het medezeggenschapsorgaan en het management bereikten eind vorig jaar overeenstemming over het schrappen van in totaal 650 van de 2300 arbeidsplaatsen bij UPC Nederland. Leidraad van de reorganisatie was een plan van een gezamenlijke commissie, dat moest garanderen dat de dienstverlening niet in gevaar komt. Uit onderzoek van de Consumentenbond bleek onlangs nog eens dat veel internetklanten van het kabelbedrijf ontevreden zijn.
UPC liet er geen gras over groeien, en stelde als voorschot onmiddellijk 381 werknemers op non-actief en zegde hen ontslag aan per 31 december 2001. „We kunnen ons niet aan de indruk ontrekken dat UPC de huidige boventallige werknemers vooral heeft geselecteerd op de hoogte van hun salarissen”, zei OR-advocaat mr. D. Hulskes.
Volgens OR-voorzitter H. Bakker gaat het vooral om technici die juist hard nodig zijn om de dienstverlening te verbeteren. „De mensen aan de telefoon blijven allemaal zitten. Maar daar heb je niet veel aan als er storingen zijn.”
UPC benadrukte via zijn advocaat mr. L. Verburg dat snel ingrijpen noodzakelijk is in het kader van de „overlevingsstrategie” van UPC. Volgens hem hield het management zich daarbij wel degelijk aan de met de OR gemaakte afspraken.
Hij slaagde er echter niet in om voorzitter J. Willems van de Ondernemingskamer hiervan geheel te overtuigen. De rechter merkte op dat het erop lijkt dat UPC „voor de muziek is uitgelopen met de ontslagaanzeggingen.” Op zijn voorstel besloten beide partijen vervolgens te proberen alsnog tot een vergelijk te komen.