Kerkplanters ervaren zegen op werk
ALMERE – „In de tien jaar tijd van kerkplanting met een reformatorische visie zijn ongeveer 250 mensen gedoopt en volgeling van Jezus geworden.” Die optimistische woorden kwamen zaterdag uit de mond van Theo Visser, directeur van de organisatie International Church Plants (ICP).
Hij sprak tijdens de landelijke toerustingsdag van ICP, een stichting die interculturele gemeentestichting ondersteunt vanuit een reformatorische visie. Inmiddels zijn vijftien kerken bij ICP aangesloten, waarvan er vorig jaar vier bij gekomen zijn: De Wegwijzer in Almere, Boei 90 in Wateringseveld in Den Haag, Meer dan Beverwaard in Rotterdam en Villa Klarendal in Arnhem.
Vijftien initiatieven wachten op aansluiting. Visser deelde mee dat zich vanuit dit werk de afgelopen tien jaar in totaal 250 mensen hebben laten dopen en volgeling van Jezus geworden zijn.
Een van hen is Abdel, een Marokkaanse jongeman, die, toen hij het moeilijk had, door een oudere christin in aanraking kwam met het christelijk geloof. Visser ontmoette hem in Rotterdam. In Marokko sprak Abdel met zijn moeder, die daar was blijven wonen, over het christelijk geloof. Zij werd christen en bemoedigde hem als dat nodig was, want “hij was geen heilige”.
Zijn moeder nam deel aan een huisgemeente in Marokko, maar vorig jaar ging ze naar Nederland, omdat het in Marokko niet veilig was voor christenen. Op verzoek van achtergeblevenen besloot ze terug te keren. „Het enige wat de mensen me daar kunnen doen is me een paar jaar eerder naar Jezus sturen”, zo motiveerde ze haar besluit.
Visser verwacht niet dat het einde van de reformatorische kerkplanting in zicht is. „Ik geloof dat we de komende jaren een oogst zullen zien van mensen die het Koninkrijk van God zullen vinden, zoals we nog niet gezien hebben.”
Desgevraagd zei hij dat onder andere overgangen naar het christelijk geloof plaatsvonden in Almere, Rotterdam, Amsterdam en Haarlem. Visser: „We hebben niet alleen een sterke gedrevenheid maar we proberen ook de bestaande kloven te overbrugden. Dat gebeurt niet overal. Vaak ziet men alleen de kloof van het kruis.”
In zijn toespraak ”Catch the vision” zei hij daarover: „Het kruis van Christus roept weerstand op bij niet-christenen, bijvoorbeeld als het gaat om het erkennen van het zondaar zijn en toegeven dat je hulp nodig hebt van God. Maar er zijn ook veel kansen. Christenen hebben een identiteit in Christus, ze hebben een hoop die over de dood heen gaat en ze weten van de zin van het leven.”
De eerste door hem genoemde kloof was die van de relaties. „Christenen gaan vaak folderen of evangeliseren en ze zetten de deuren van hun kerk wel open, maar ze trekken zich daarna weer veilig terug in hun bastion. We moeten meer naar de mensen toe en hen liefhebben, zodat de liefde van God zichtbaar wordt. Goed evangelisatiewerk begint met het aangaan van relaties met mensen die God niet kennen. Als we dat niet doen, gaat het hem niet worden.”
De tweede kloof is die van de cultuur. „Mensen uit andere culturen denken anders en zijn anders. We moeten weten hoe zij zijn en wat ze belangrijk vinden. We moeten ons op sommige punten aanpassen om hen te bereiken, bijvoorbeeld als het gaat om muziekstijlen of kleding. Dat doen zendelingen ook. Waarom is dat in Nederland zo moeilijk?”
Visser deelde mee dat de organisatie groeit. Er zijn drie regioteams ontstaan, in Amsterdam, Rotterdam en Oost-Nederland. ICP kijkt voor samenwerking rond in Europa. Begin juni wordt in Nederland een Europese conferentie over kerkplanting gehouden.
Het pas opgerichte landelijke toerustingsteam, dat bestaat uit een elftal en misschien uitgebreid wordt tot een twaalftal mensen, presenteerde zich. Teamleden met verstand van onder meer evangelisatie, maatschappelijk werk, kinderwerk, jongerenwerk, intercultureel werk, huisgroepen, pastoraat, worship en leiderschap zullen de gemeenten bijstaan.
Een van de uitdagingen waarvoor de gemeenten staan is het omgaan met de culturele verscheidenheid. Tijdens de workshop interculturaliteit werd een tipje van de sluier opgelicht. Workshopleider Linda van de Kamp sprak over ”bridging en bonding”: band houden met de eigen cultuur en verbindingen aangaan met de nieuwe cultuur. Bridging gebeurt vooral tijdens de gezamenlijke diensten, die doorgaans Nederlandstalig zijn. Bonding vindt onder meer plaats tijdens groepssamenkomsten van mensen van dezelfde cultuur of met gelijke interesse.