Dat blijkt uit een brief die de ministers Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken) en Hans Hillen (Defensie) woensdag naar de Tweede Kamer hebben gestuurd. Daarin geven ze aan op welke manier Nederland zal bijdragen aan de NAVO-operatie om ook de no-flyzone boven Libië te controleren.

Nederland helpt nu al om het wapenembargo boven en op zee te handhaven, met de F16’s, een tankvliegtuig en een mijnenjager. De ruimere inzet gebeurt onder dezelfde voorwaarden die nu al gelden. Nederland zal geen extra militairen of materieel inzetten. In totaal worden tweehonderd Nederlandse militairen bij de missie betrokken.

De Tweede Kamer zal waarschijnlijk donderdag een debat houden en instemmen met de uitgebreide missie. Afgelopen week ging de Kamer al akkoord met de handhaving van het wapenembargo en sommige partijen pleitten toen al voor deelname aan controle op het vliegverbod. Dat werd toen nog gedaan door een coalitie onder leiding van Frankrijk, de VS en Groot-Brittannië.

De regeringspartijen VVD en CDA en de oppositiepartijen PvdA, GroenLinks en ChristenUnie lieten al weten voor een ruimere missie te zijn. Wat de VVD betreft, mogen Nederlandse F-16’s ook gronddoelen aanvallen. De NAVO, die het bevel over alle militaire operaties heeft overgenomen, besloot zondag om desnoods ook Libische grondtroepen te gaan aanvallen. Het CDA is echter blij dat het kabinet daar juist niet voor heeft gekozen.

CDA en ook PvdA vinden niet dat de NAVO-actie, die gebaseerd is op een VN-resolutie, mag aansturen op een machtswisseling. De PvdA vindt dat daarvoor dan een nieuwe resolutie nodig is. De acties zijn daar ook niet op gericht, zo benadrukken Rosenthal en Hillen. De missie, die in principe drie maanden duurt, is bedoeld ter bescherming van de bevolking tegen agressie van het regime van de Libische leider Muammar Gaddafi.

De F-16’s zullen vooral boven het kustgebied van Libië actief zijn. Het tankvliegtuig blijft tot 4 april en zal niet alleen de Nederlandse toestellen in de lucht bijtanken maar ook andere toestellen.