„Provocatie smet op kerkendag”
BERLIJN - Met een massaal bezochte kerkdienst werd zondag in Berlijn de vijfdaagse oecumenische kerkendag afgesloten. Kardinaal Simonis betreurt het dat een „provocerende” avondmaalsviering waarschijnlijk in het geheugen blijft hangen.plattekst (u15,1,0(Onder het motto ”U zult een zegen zijn” hebben vijf dagen lang zo’n 200.000 mensen gedebatteerd over maatschappelijke en kerkelijke onderwerpen en kerkdiensten en concerten bijgewoond. Een twist over de door het Vaticaan verboden gezamenlijke avondmaalsviering stond centraal in het kerkpolitieke debat. Een stand van de rooms-katholieke pro-lifebeweging ”Aktion Leben” moest voortijdig de markt verlaten. Volgens de organisatoren waren er klachten binnengekomen over tentoongestelde foto’s van geaborteerde kinderen.
Simonis, een van de deelnemers aan de manifestatie, meent dat de eerste oecumenische kerkendag in Duitsland rooms-katholieken en protestanten in dat land dichter bij elkaar heeft gebracht. Hij noemde de Ökumenischer Kirchentag een „ontzagwekkend gebeuren”, alleen al door de massaliteit en de enorme organisatie. Ook toont hij zich onder de indruk van de „vele echt vrome, geëngageerde mensen”, onder wie veel jongeren.
„In de harten van de deelnemers heeft de kerkendag verenigend gewerkt. Wat naar buiten komt, accentueert helaas het splijtende”, aldus Simonis. De voorzitter van de Nederlandse bisschoppenconferentie doelde daarmee op de viering in de marge van de manifestatie waarbij protestanten en rooms-katholieken vorige week donderdag bewust het verbod van het Vaticaan negeerden door gezamenlijk ter communie te gaan. De deelnemers gingen daarmee volgens Simonis heel duidelijk in tegen de bedoeling van de leiding van de kerkendag. Die had afgesproken eerbied en respect te hebben voor zowel de rooms-katholieke als de protestantse kerkorde. „Dat werd hier doorbroken. Een provocatie naar beide zijden toe.”
Kerkleiders beschouwen de manifestatie van rooms-katholieken en protestanten als een historische gebeurtenis. EKD-voorzitter Manfred Kock spreekt van een „mijlpaal.” De rooms-katholieke prof. dr. Hans Joachim Meyer rept van „een grote stap op de weg van de christelijke oecumene. Wat ons nu verbindt, kan niemand meer vernietigen.” En Wolfgang Huber, bisschop van de evangelische kerk in Berlijn-Brandenburg heeft het over „een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van de kerkendagen.”
Kritisch uit zich Hartmut Steeb, secretaris-generaal van de Duitse Evangelische Alliantie. Volgens hem ontbrak het de kerkendagen aan een „echt christelijk profiel.” Scherp haalt hij uit naar de ruimte die de boeddhistische dalai lama kreeg om zijn leer uiteen te zetten. „Aan niet-christelijke godsdiensten is een podium geboden, waarop ze hun mening konden geven zonder dat christenen daartegenover hun eigen positie hebben gesteld. Zo is de dalai lama niet gevraagd hoe hij tegenover de exclusieve aanspraak van Christus staat dat de boeddhistische leer niet met het Evangelie is te verenigen. Op dit punt, en op vele andere, is niets te bespeuren van een ”nieuw missionair elan en van zelfbewuste christenen”, zoals kardinaal Lehmann van de kerkendag had verwacht.”
In een column voor de Duitse evangelische persdienst Idea laakt ook Christian Starke de „religieuze veelvormigheid” van de kerkendag. „Stel je voor dat tijdens een actiebijeenkomst van VW een vertegenwoordiger van BMW als hoofdspreker wordt uitgenodigd om zijn automerk aan te prijzen. Een absurde gedachte, die op de mammoetbijeenkomst in Berlijn in religieus opzicht werkelijkheid werd: de dalai lama kreeg, toegejuicht door 15.000 deelnemers, de gelegenheid zijn leer uiteen te zetten.”