Opinie

Toepassen kernenergie blijft ook na ramp Japan noodzakelijk

Ondanks de problemen met de kernreactoren in Japan blijft het in Europa noodzakelijk om kernenergie toe te passen, vindt prof. ir. R. W. J. Kouffeld. Bovendien is er geen reden om aan te nemen dat kernenergie niet veilig genoeg is.

26 March 2011 10:20Gewijzigd op 14 November 2020 14:15
„De problemen met de kernreactoren in Japan hebben de discussies over de veiligheid van 
kernenergie weer aangewakkerd.” Foto EPA
„De problemen met de kernreactoren in Japan hebben de discussies over de veiligheid van kernenergie weer aangewakkerd.” Foto EPA

De problemen met de kernreactoren in Japan, na de aardbeving en de daaropvolgende tsunami, hebben de discussies over de veiligheid van kernenergie weer aangewakkerd. Begrijpelijk, want de problemen veroorzaken veel menselijk leed en brengen veel schade toe aan de infrastructuur en de economie van Japan. Het is dan ook verstandig dat de Europese Unie een zogenaamde stresstest heeft voorgeschreven voor alle kernenergiecentrales in Europa. Daarbij zal vooral worden gekeken naar de oorzaken van de problemen in Japan en of deze van invloed kunnen zijn op de veiligheid van de centrales in Europa.

Wat gebeurde er in Japan? Toen de aardbeving zich voordeed, werden de reactoren volautomatisch uitgeschakeld. Bij overschrijding van een bepaalde sterkte van een aardbeving vallen automatisch, zonder menselijk ingrijpen, de regelstaven omlaag, waardoor het kernsplijtingsproces stopt. Er wordt dan nog wel warmte ontwikkeld. Voor een reactor van 800 megawatt, zoals enkele in Fukushima, met een thermisch vermogen van 2500 megawatt, bedraagt deze zogenaamde restwarmte, wanneer deze na enige dagen is teruggelopen tot circa 1 procent, nog altijd 25 megawatt. Dit komt overeen met de warmte van 25.000 straalkacheltjes van 1000 watt.

Om oververhitting te voorkomen moet de koeling dus in stand blijven. Hiervoor dienen de koelwaterpompen, die in Japan elektrisch worden aangedreven door elektriciteit van de centrale zelf. Als de centrale uitvalt, valt ook deze energiebron weg. Om die reden moesten de noodstroomaggregaten met dieselmotoren onmiddellijk opstarten. Dit ging zonder problemen, maar ongeveer twintig minuten na de aardbeving kwam de tsunami, die de noodstroomaggregaten in één klap onbruikbaar maakte. Hierdoor kon de kern niet meer worden gekoeld.

In Nederland en elders in Europa is het gebruikelijk dat de koelwaterpompen in eerste instantie vanuit het openbare net worden gevoed en dat de noodstroomaggregaten pas in werking hoeven te komen als de voeding vanuit het openbare net uitvalt. Een tweede verschil met de Europese situatie is dat de uitgewerkte splijtstofelementen, die ook nog steeds gekoeld moeten worden, zich in Japan buiten het zogenaamde beschermd gebied bevinden. Toen ook hier de koeling wegviel, kwamen deze splijtstofelementen al spoedig ”droog” te staan, waardoor zij oververhit raakten en uiteenvielen. De radioactiviteit die in eerste instantie werd gemeten, kwam dan ook van deze elementen. Die worden nu met grote hoeveelheden (zee)water van buitenaf gekoeld.

De directe aanleiding voor de problemen in Japan is de aardbeving met de daaropvolgende tsunami. De centrales daar hebben de aardbeving goed doorstaan en in Nederland lijkt een dergelijke aardbeving niet te kunnen voorkomen. In Japan waren de centrales ontworpen op een tsunami van 6 meter hoog. Dit is hoger dan, naar we redelijkerwijs kunnen weten, tot op heden ooit is voorgekomen. De optredende tsunami was echter ten minste 10 meter hoog, terwijl zelfs nog hogere waarden worden genoemd. Een dergelijke tsunami zal in Nederland niet voorkomen.

De centrales in Europa hebben een extra veiligheidstrap in de voeding van de koelwaterpompen, doordat deze in eerste instantie zijn aangesloten op het openbare net. Ook is het in Europa gebruikelijk de uitgewerkte splijtstofelementen op te slaan binnen het beschermd gebied en niet daarbuiten, zoals in Japan. Het is dan ook te verwachten dat de Europese centrales goed uit de stresstest tevoorschijn zullen komen en dat het sluiten van enkele centrales in Duitsland meer uit politieke overwegingen voortkomt dan uit veiligheidsoverwegingen.

Het is ook niet waarschijnlijk dat de veiligheidsperceptie van kernenergie door één enkel incident, hoe ernstig en vervelend ook, drastisch wijzigt. Het wordt door niemand ontkend dat absolute veiligheid niet bestaat, ook niet voor kernenergie, maar een afweging van de grote voordelen van kernenergie tegenover de zeer geringe risico’s maakt het blijven toepassen van kernenergie nog steeds onvermijdelijk.

Kernenergie draagt bij aan de continuïteit van onze energievoorziening, omdat fossiele brandstoffen op raken. Ze maakt ons minder afhankelijk van onbetrouwbare leveranciers. Splijtbaar materiaal is er nog voor tienduizenden jaren, uitgaande van kweekreactoren, uranium uit zeewater en het toepassen van thorium. En elektriciteit uit kernenergie is nog steeds de goedkoopste vorm, ook als alle kosten van veiligheid, brandstof en opruimen van de reactor worden meegerekend

De auteur is emeritus hoogleraar energievoorziening en voorzitter van de Stichting KernVisie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer