Staatloze asielzoeker kan niet terug naar huis in New York
Ze verblijven in een asielzoekerscentrum, maar zijn niet uit op een verblijfsvergunning. Integendeel, Igor en Galina willen „naar huis.” Naar de Verenigde Staten, waar ze woningen hebben in New York, Ohio en Pennsylvania. Zestien jaar leefden en werkten ze daar, totdat ze in 2007 als staatloze burgers het land werden uitgezet.
Twee bedden, een kast, een tafel en twee stoelen. Die vullen de kleine kamer van Igor Skrijevski (48) en Galina Skrijevskaia (46) in het asielzoekerscentrum (azc) aan het Wilhelminapark in Apeldoorn. Op tafel ligt een vuistdikke stapel papier, onderdeel van het dossier van de ‘asielzoekers’ dat moet aantonen dat hun verhaal geen fictie maar werkelijkheid is.
Drie uur lang voert Igor vrijwel onafgebroken het woord. Zijn vrouw, zittend op bed, luistert mee en geeft soms een aanvulling. Of zoekt op verzoek van Igor een document op om zijn relaas te illustreren. Haar eigen boodschap is samengevat in een zinnetje dat ze deze middag wel vijf keer uitspreekt: „We want to go home.”
Communisme
De wortels van het tweetal liggen in Donetsk, een stad in het oosten van het huidige Oekraïne, indertijd onderdeel van de Sovjet-Unie. Tijdens zijn studie geneeskunde in Moskou ontmoet Igor studenten uit andere landen en groeit zijn weerzin tegen het Russische regime.
„Het uitgangspunt van het communisme was gelijkheid tussen mensen, maar het had zich ontwikkeld tot een dictatoriaal systeem dat bepaalde waar mensen woonden, welk werk ze deden, hoe ze zich kleedden en vooral hoe ze moesten denken.”
Als vicepresident van een internationale studentenvereniging moet Igor in de jaren tachtig de geheime dienst KGB regelmatig informeren over het leven en denken van buitenlanders op de campus. Hij verschaft met tegenzin de gewenste informatie over zijn „vrienden” uit landen als Syrië, Pakistan en Polen. „Als ik niet meewerkte, kon ik mijn opleiding niet afmaken.”
Ernstig gewond
In 1984 trouwen Igor en Galina. Hij vindt na zijn studie werk in een medische kliniek. Opnieuw staat de KGB op de stoep, nu om van hem te vernemen van welke Russen hij weet dat ze het land willen verlaten. Hij beantwoordt de vraag niet. De geheime dienst is „niet blij”, maar lijkt hem met rust te laten. In 1989 heeft er echter een incident plaats dat Igor toeschrijft aan zijn kritische houding ten opzichte van de KGB.
Hij herinnert zich dat hij op een zomeravond op weg is naar een adres waar zijn vrouw ook is. Vanuit de verte ziet Galina dat er in het park rond het flatgebouw drie mensen in politie-uniform een man schoppen die op de stoep ligt en daarna wegrennen. Even later treft ze haar man ernstig gewond aan.
Igor zelf kan zich de gebeurtenis niet herinneren, maar weet dat hij op een dag zijn ogen opendoet in een ziekenhuis. Hij blijkt twee weken in coma te hebben gelegen, enkele ribben te hebben gebroken en bijna blind te zijn aan zijn rechteroog.
Vlucht naar VS
De medicus concludeert dat de KGB het op hem heeft gemunt en besluit de Sovjet-Unie te verlaten. „Bij een volgende keer zou mijn vrouw of ik om het leven kunnen komen.” Galina vlucht in december 1990 naar de Verenigde Staten, Igor volgt in mei 1991. „In de nadagen van het communisme was het geen groot probleem om met een toeristenvisum te vertrekken.”
In de VS vragen ze politiek asiel aan. Ze krijgen al snel een werkvergunning. Galina start een kledingatelier in Brooklyn, New York. Mede vanwege de handicap aan zijn oog slaagt Igor er niet in een baan te vinden als arts. Hij is enige tijd docent op een Russisch college en gaat uiteindelijk aan de slag als handelaar op de beurs in New York.
Financieel gaat het hun voor de wind. Het echtpaar koopt in 1997 eerst een huis in Seven Hills (Ohio), een jaar later een tweede woning in Brooklyn, New York. „Het ene staat nu leeg, in het andere woont de zoon van onze buren. Sinds 2002 hebben we voor vakanties een derde huis in Hunlock Creek, een rustig dorp in Pennsylvania.”
Op hun aanvraag voor politiek asiel horen Igor en Galina de eerste vijf jaar niets. Dan lijken ze in aanmerking te komen voor een speciale regeling voor vluchtelingen uit de Sovjet-Unie die in 1991 in Amerika zijn gekomen. Uiteindelijk worden ze echter aangemerkt als burgers van Oekraïne, dat sinds augustus 1991 onafhankelijk is. Het echtpaar krijgt te verstaan dat het de VS moet verlaten, maar hoort daar vervolgens lange tijd niets meer van.
Ongeldige documenten
Eind november 2006 worden Igor en Galina in Brooklyn van hun bed gelicht en in een „gevangenis voor immigranten” in New Jersey ondergebracht. Ze geven aan dat ze niet naar Oekraïne kunnen, omdat ze het land hebben verlaten voordat het zelfstandig werd en er niet als burgers staan ingeschreven. Toch zetten de Amerikaanse autoriteiten hen in mei 2007 op het vliegtuig, om via Amsterdam naar Kiev te reizen. „We kregen ongeldige documenten mee. Onze naam stond erop, maar een Oekraïens identiteitsnummer ontbrak.”
Met niet meer dan 20 dollar op zak stappen ze in Kiev uit het vliegtuig. „Het was een shock. Dit was ons land niet.” Ze verblijven enige tijd bij familieleden, met wie ze vanuit Amerika sporadisch telefonisch contact hadden. „Omdat we geen geldige verblijfspapieren hadden, konden we niets. We hadden geen inkomen en mochten niet werken. Zelf een treinkaartje kopen was onmogelijk, want daarvoor moet je een identiteitskaart laten zien.”
De autoriteiten stellen vast dat Igor en Galina geen Oekraïense burgers zijn en dat hun papieren ongeldig zijn. Omdat de twee via Amsterdam naar Kiev zijn gekomen, worden ze op het vliegtuig naar Schiphol gezet. Doorreizen naar Amerika blijkt onmogelijk omdat dit land hen niet accepteert, waarna ze in Nederland in een asielprocedure belanden. Na verloop van tijd raken ze uitgeprocedeerd, worden in oktober 2009 opnieuw op het vliegtuig naar Kiev gezet en voor de tweede keer door de Oekraïense autoriteiten teruggestuurd naar Nederland.
Onzekerheid
Periodes van dakloosheid, een verblijf in azc’s en vreemdelingendetentie wisselen elkaar sindsdien af. Het Oekraïense consulaat in Den Haag bevestigt nog eens dat Igor en Galina geen burgers van Oekraïne zijn en terug moeten naar de VS, maar dat land komen ze niet in.
Een herhaalde asielaanvraag in Nederland loopt vooralsnog op niets uit. Afgelopen februari onderschrijft de rechtbank in Haarlem de uitspraak van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND): Igor en Galina moeten het land uit.
Hun advocaat gaat tegen de uitspraak in beroep bij de Raad van State. Daarmee breekt voor het echtpaar een nieuwe periode van onzekerheid aan. Soms vliegt de moedeloosheid hen naar de keel, maar wat kunnen ze anders doen dan afwachten?
„We willen één ding: terug naar de Verenigde Staten. We zijn hier niet gekomen voor een beter leven, vragen niet om een verblijfsvergunning en willen niet als parasieten van de Nederlandse belastingbetaler leven”, zegt Igor. Galina schenkt koffie in en knikt instemmend: „We want to go home.”
Staatlozenverdrag
Staatlozen zijn mensen die geen nationaliteit hebben. Ze worden door geen enkele staat als onderdaan beschouwd. Volgens de Verenigde Naties waren er eind 2009 6,6 miljoen staatlozen in zestig landen geïdentificeerd. Het werkelijke aantal zou aanzienlijk hoger liggen.
In Nederland heeft stichting Inlia, die zich inzet voor asielzoekers in nood, meer dan eens met staatlozen te maken. Het gaat vooral om Palestijnen, Koerden en mensen die afkomstig zijn uit de voormalige Sovjet-Unie, zegt directeur John van Tilborg. Hij wijst op het Staatlozenverdrag van de Verenigde Naties. „Doel daarvan is dat de ondertekenaars daarvan, waaronder Nederland, zich ervoor inspannen staatloosheid zo veel mogelijk op te heffen omdat ieder mens het recht heeft bij een land te horen.”
In de praktijk functioneert het verdrag volgens Van Tilborg moeizaam. „Uit angst voor een aanzuigende werking laat Nederland staatlozen niet snel toe. Ik heb het meegemaakt dat een staatloze asielzoeker die behoorde tot de Biharistam werd uitgezet naar Bangladesh, daar niet werd toegelaten en weer naar Nederland kwam. Waarop Nederland bleef volhouden dat de man wél naar Bangladesh kon, hoewel de ambassade ter plekke dat nota bene ontkende. Het duurt vaak jaren voordat er een oplossing komt voor dergelijke situaties.”
Het lastige is volgens Van Tilborg dat staatloze asielzoekers zelf moeten aantonen dat ze alles in het werk hebben gesteld om terug te keren naar het land van herkomst, maar daar niet worden toegelaten. „Dat is vaak heel moeilijk te bewijzen, bijvoorbeeld omdat sommige landen nooit antwoord geven op verzoeken om toelating.”
Staatlozen die het Nederlanderschap willen verkrijgen, moeten aan diverse voorwaarden voldoen, legt woordvoerster Vera Hoogendoorn van het ministerie van Binnenlandse Zaken uit. „De snelste en eenvoudigste manier is het afleggen van een optieverklaring. Een staatloze dient daarvoor minimaal een onafgebroken periode van drie jaar in het bezit te zijn van een geldige verblijfsvergunning. Ook moet hij drie jaar of langer onafgebroken zijn hoofdverblijf in Nederland hebben gehad.”
De procedures die staatlozen moeten doorlopen, duren soms vele jaren. Dat kan volgens Hoogendoorn komen doordat de verblijfsprocedure die aan de aanvraag van het Nederlanderschap voorafgaat, veel tijd in beslag neemt. Ook wijst ze erop dat de staatloze zelf moet aantonen dat hij daadwerkelijk staatloos is. „Dat kan een langdurig proces zijn.”
Hij houdt zich ruim twintig jaar bezig met vreemdelingenzaken, maar kreeg niet eerder te maken met een situatie als die van Igor Skrijevski en Galina Skrijevskaia. Vijf vragen aan advocaat mr. J. Singh van Roest Singh Advocaten in Hoofddorp.
Wat was uw eerste reactie toen u deze zaak op uw bord kreeg?
„In oktober 2009 heb ik dit ingewikkelde dossier van een collega overgenomen. Het is een unieke zaak. Deze mensen zitten hier tegen wil en dank en smeken of ze terug mogen naar Amerika, maar dat kan niet. Intussen zit Nederland met hen in de maag.”
Hoe beoordeelt u de rol van de VS, die hen hebben uitgezet terwijl ze al zestien jaar in dat land woonden en werkten?
„Met hun uitzetting uit Amerika is de ellende begonnen. Blijkbaar waren ze daar uitgeprocedeerd. Ik ken het Amerikaanse rechtssysteem onvoldoende om die beslissing te beoordelen. Wel is het erg vreemd dat ze, zoals achteraf bleek, met ongeldige documenten zijn uitgezet. Als een uitzetting formeel niet mogelijk was, hadden de Amerikaanse autoriteiten hun verblijf in de VS mijns inziens moeten gedogen.”
Is het mogelijk dat Oekraïne hen ooit als burgers zal erkennen? Ze zijn tenslotte op het grondgebied van dat land geboren.
„Ze zijn er geboren, maar hebben dat gebied verlaten voor het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Binnen een aantal jaren nadat Oekraïne zelfstandig was geworden, hadden ze het Oekraïense burgerschap kunnen claimen. Zij zaten toen in de VS en hebben dat niet gedaan. Daarmee is hun recht op het burgerschap van Oekraïne vervallen. Na hun uitzetting heeft de rechter in dat land duidelijk uitgesproken dat zij niet als staatsburgers worden erkend en niet worden toegelaten. Daartegen is geen beroep mogelijk.”
Welke mogelijkheden ziet u om uit de impasse te komen?
„Nederland kan er niet omheen dat deze mensen juridisch gezien ons land niet kunnen verlaten. Ze willen weg, maar kunnen niet weg. Als de Raad van State het deze maand ingediende beroep tegen de afwijzing van hun asielaanvraag ongegrond verklaart, starten we meteen een procedure voor een verblijfsvergunning op grond van het buitenschuldcriterium, omdat ze buiten eigen schuld hier niet weg kunnen. Nederland erkent dat de VS hen niet accepteert en oefent klaarblijkelijk geen druk op dat land uit om hen toch weer toe te laten.”
Stel dat ze uiteindelijk in Nederland mogen blijven, dan moeten ze vanaf de grond een nieuw bestaan opbouwen, terwijl ze in Amerika werk en woningen hadden.
„Op dit moment zie ik geen andere oplossing. Als ze hier eenmaal een verblijfsvergunning hebben, kunnen ze opnieuw proberen terug te keren naar de VS. Misschien dat dat land anders zal reageren als ze een verblijfsstatus in een Europees land hebben.”