Gedichten voor de veertigdagentijd

Henk van ter Meij, docent Engels aan het Driestar College te Gouda, schreef een bundeltje gedichten voor de veertigdagentijd, de lijdensweken voor Goede Vrijdag: ”Veertig dagen, veertig nachten, een nieuwe morgen”.

J. L. Vermeulen
8 March 2011 07:25Gewijzigd op 14 November 2020 13:59
Beeld RD
Beeld RD

Van ter Meij maakte de gedichten aan de hand van het lijdensevangelie zoals dat is beschreven door de evangelist Markus, en dat hij in de vertaling van ds. Pieter Oussoren (de ”Naardense Bijbel”) bij de gedichten plaatste. Elk gedicht reageert op of verbeeldt dat specifieke gedeelte.

Maar vooraf schrijft hij een soort literaire inleiding: een aantal gedichten waarboven titels uit het openingskoor van Bachs ”Matthäus Passion” staan. Daarin legt hij uit waarom hij deze gedichten maakte: „Dit lied”, het lied van het Lam, moet niet „met gebroken vleugels op de zware aarde liggen.” Nee, „vliegen moet dit lied, tot het rust vindt in de holte van zijn gebroken handen.”

Opvallend in de gedichten naar aanleiding van het Markusevangelie die daarna volgen, is dat Van ter Meij heel goed luistert voordat hij spreekt: eerst spreekt de Bijbel, daarna spreekt de dichter. Dat doet hij over het algemeen in gedichten die het niet zozeer van hun eindrijm als wel van hun woordspel moeten hebben.

Soms mis ik rijm en ritme, maar vaker verrast Van ter Meij door beelden die blijven hangen. Bijvoorbeeld in een gedicht over Simon van Cyrene, de vader van Alexander en Rufus, waar hij aan het slot over de zoons zegt: „Leerden later dat onder wonden/ nieuwe huid verborgen groeit.”

Aan het einde van de ruim vijftig gedichten tellende bundel treffen mij de ”Bruidsliederen”. Bijvoorbeeld ”Bruidslied (2)”, dat aansluit bij het Bijbelgedeelte over de vrouwen bij de begrafenis van Jezus en dat herinnert aan een Joodse bruiloft: „Onze liefste heeft het glas voor ons gebroken; wij dragen hem uit het baldakijn,/ omwikkelen hem met onze liefde,/ leggen hem voorzichtig in onze harten.”

Een eerder indrukwekkend gedicht is ”Navolging (1)”, bij de tekst uit Markus 14:54 waarin staat dat „Petrus Hem van verre volgt” en zich warmt aan het vuur. Het besluit met de woorden: „Hem volgen op zijn weg,/ is Hem volgen op mijn weg,/ is mij warmen aan genadevuur.”

Al met al is ”Veertig dagen, veertig nachten, een nieuwe morgen” een bundel die christenen kan helpen bij het overdenken van het lijden van Christus, ook al moeten we daarbij volgens de dichter weten: „Steeds stiller wordt ons zingen/ wij begrijpen niet ten diepste.”

Veertig dagen, veertig nachten, een nieuwe morgen, Henk van ter Meij; uitg. Boekscout, Soest, 2010; ISBN 978 94 6089 821 1; 78 blz.; € 14,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer