„Deelnemer krijgt risico pensioen”
AMSTERDAM – Werknemers en gepensioneerden met een aanvullend pensioen krijgen straks geen enkele garantie meer over de hoogte van hun uitkering.
Dat meldde Het Financieele Dagblad (FD) vandaag op basis van bronnen. Volgens de krant leggen werkgevers en werknemers op dit moment de laatste hand aan een akkoord waarin is opgenomen dat eventuele tekorten in pensioenfondsen direct leiden tot een verlaging van de opgebouwde rechten en al lopende pensioenen. Werkgevers hoeven in dat geval gaten in de pensioenfondsen niet langer aan te vullen.
De pijn voor werknemers wordt wel iets verzacht, omdat is opgenomen dat het korten van rechten en uitkeringen over tien jaar mag worden uitgesmeerd. Onduidelijk is nog of minister Kamp van Sociale Zaken bereid is het staatspensioen, de AOW, jaarlijks sneller te laten stijgen dan nu, een vurige wens van met name de vakbonden.
De afspraken borduren voort op het akkoord dat werkgevers en werknemers vorig jaar al sloten om pensioenen meer toekomstbestendig te maken. Hierin werd overeengekomen de ingangsleeftijd voor de AOW en het aanvullend pensioen in 2020 te verhogen van 65 naar 66 en in 2025 wellicht naar 67.
Hoewel werkgevers en werknemers er op papier al wel uit zijn, hebben ze volgens het FD nog geen idee hoe de omzetting van de regelingen in de praktijk moet verlopen.
Heikel punt is nog hoe om te gaan met de al opgebouwde nominale pensioenrechten van circa 800 miljard euro. Volgens juristen en ambtenaren kunnen deze toezeggingen niet zomaar worden afgenomen, omdat dit een directe inbreuk zou zijn op het eigendom van deelnemers.
In dat geval zullen pensioenfondsen deelnemers ertoe moeten overhalen vrijwillig van de oude regeling naar de nieuwe overstappen. Probleem is echterdat wanneer de pensioenpot onder de oude regeling gedeeltelijk of volledig intact blijft, het pensioenakkoord vrijwel niets oplevert en er tevens uitvoeringsproblemen ontstaan.