Dr. Nimmo: Gereformeerden weten vaak niet wat avondmaal betekent
KAMPEN – Leden van gereformeerde kerken hebben vaak onvoldoende kennis van wat het heilig avondmaal nu eigenlijk inhoudt, zo stelt de Schotse theoloog dr. Paul Nimmo. „Ze geloven dat het avondmaal een bijzondere gebeurtenis is, zonder precies te weten wat het eigenlijk betekent.”
De Schotse theoloog hield gisteren aan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in Kampen de zogeheten Templetonlezing. „Ik merk dat leden van gereformeerde kerken in Schotland vaak weinig weten over het sacrament van het heilig avondmaal. Ze zijn ervan overtuigd dat het erg veel verschilt van de rooms-katholieke mis en dat het in een bijzondere dienst plaatsvindt. Maar door gebrek aan catechetische vorming bij jongeren én volwassenen en het sporadisch noemen van het thema in de preek, hebben ze niet meer kennis dan slechts dit. Het resultaat is een sacramenteel agnosticisme.”
De gereformeerde visie op het avondmaal is volgens dr. Nimmo dat „niets in het sacrament wordt ontvangen dat niet elders in het christelijk leven ontvangen wordt.”
Dat gereformeerden in het avondmaal niet iets unieks willen zien, roept volgens hem een probleem in de oecumenische dialoog op. „De lutherse en de rooms-katholieke tradities, met hun hoge kerkopvatting, missen iets in de gereformeerde sacramentsleer. Er is daar behoefte aan meer christologische tegenwoordigheid, bijvoorbeeld de opvatting van het avondmaal als offer. De reformatorische kerken kunnen een bemiddelende rol spelen tussen enerzijds deze kerken en anderzijds de groeperingen die een lage kerkopvatting hebben en de betekenis van het sacrament minimaliseren, zoals de vrije kerken en de pinksterkerken.”
Dr. Nimmo ging vooral in op de visie van de theoloog Karl Barth op het avondmaal. De docent aan de universiteit van Edinburgh werkt aan een project over de reformatorische sacramentsleer, met name vanuit het perspectief van Barth. Die zag de doop en het avondmaal niet als een sacrament of een mysterie. „Voor hem is er maar één sacrament of mysterie, namelijk Jezus Christus. De sacramenten van de kerk roepen niet een nieuw mysterie in het leven, ze geven slechts een antwoord op dat mysterie.”
Volgens Barth doelt het avondmaal, evenals de doop, op Gods verzoenende daad in Jezus Christus door de Heilige Geest. „Het avondmaal wijst naar iets buiten zichzelf. Aangezien het avondmaal niet in zichzelf een middel, drager of instrument van genade is, is de viering van het avondmaal volgens Barth vooral een ethische daad die zuiver menselijk is en ondernomen wordt in vrijheid.”
Prof. dr. B. Kamphuis, hoogleraar dogmatiek aan de vrijgemaakte universiteit, reageerde dat volgens de gereformeerde traditie God middelen van genade gebruikt om ons deelgenoot te maken van de genade van Jezus Christus. „Kenmerkend voor alle genademiddelen is dat goddelijke actie en menselijke actie niet duidelijk zijn te onderscheiden en nauw samengaan. Het avondmaal is niet alleen een menselijke belijdenis van de dood van de Heere, maar ook een geestelijk gevoed worden door het lichaam en bloed van Jezus Christus. Dat is het ware wonder: we gaan naar de tafel, eten en drinken, en tegelijkertijd betuigt en verzegelt God Zijn genade.”
Dr. Rinse Reeling Brouwer, docent aan de Protestantse Theologische Universiteit in Kampen, merkte op dat de opvatting van Calvijn –meer dan die van andere hervormers– diep wortelde in een eucharistische vroomheid, die teruggaat op de middeleeuwen. De gemeente is toonbeeld van vroomheid, waarbij de tucht de kern van de viering van het sacrament is.
Karl Barth verplaatste zijn aandacht van de „elementen” van brood en wijn, een discussie die hij later „geheel achterhaald” noemde, naar de daad van Jezus, Die zichzelf overgeeft aan de mensheid. Reeling Brouwer vermoedt dat Barth door de nieuwe liturgische praktijk van het tweede Vaticaanse concilie tot de gedachte kwam van de viering van het avondmaal als grond voor ethische actie in het christelijk leven.