Onze natuurlijke liefde is dikwijls meer dan onze godsdienstige. Maar wij moeten tevreden zijn. Niet alleen als God ons weldaden schenkt, ook wanneer Hij ze wegneemt moeten wij God danken, in alle dingen. Dus moeten wij in geen ding ontevreden zijn.Misschien heeft God de regenbak weggenomen, opdat Hij meer van de springader wil geven. Mogelijk heeft Hij het licht van de sterren verduisterd, opdat u meer zonneschijn genieten mag. Zie niet zozeer op het lichamelijke verlies, als wel op het geestelijke gewin. De vertroostingen van deze wereld lopen immers op niets uit.

Maar de vertroostingen die uit de goddelijke beloften vloeien, zijn klaar en zoeter. Als u een kind verloren hebt, dan zeg ik u: Uw kind was geleend. Ik heb een zoon van de Heere geleend, alle dagen die hij wezen zal, zegt Hanna. De Heere had hem haar geleend. Gods weldaden zijn ons niet als bezit gegeven, maar te leen. Als men wat te leen krijgt, moet men het weer teruggeven. God had een kind bij u ter voeding gegeven. Wilt u nu boos zijn als Hij het weer terugneemt?

Geliefden, wees toch niet ontevreden omdat enige geschonken gaven van u worden weggenomen. Wees veel meer dankbaar, omdat Hij ze u zo lang heeft geleend. En heeft God u meerdere kinderen gegeven, wees dan dankbaar dat Hij die u gelaten heeft.

Thomas Watson, predikant te Londen (Al de werken, 1670)