Dat blijkt uit de wijze waarop Voordewind kritische vragen van diverse fracties over zijn wetsvoorstel van repliek heeft voorzien. Nu hij de schriftelijke vragen en opmerkingen van de andere partijen heeft beantwoord, is het wetsvoorstel dat het ontkennen van genocide strafbaar wil stellen klaar voor een plenair debat in de Tweede Kamer. Het is nog niet bekend wanneer dat zal plaatsvinden.

De meeste fracties in de Kamer zijn kritisch over het plan van de ChristenUnie. Zo vroegen de leden van de PvdA-fractie of onder volkenmoord ook gebeurtenissen uit de 17e tot de 19e eeuw verstaan moeten worden, zoals het uitmoorden van bijna de gehele bevolking van de Banda-eilanden (zo’n 15.000 mensen) onder leiding van de Nederlander Jan Pieterszoon Coen.

Voordewind geeft ter verheldering aan dat het hem niet gaat om het ontkennen van genocide op zichzelf. Wetenschappers moeten de vrijheid houden om van bepaalde gebeurtenissen te vinden dat de definitie volkenmoord er niet op van toepassing is. De ChristenUnie gaat het echter om het ontkennen, bagatelliseren of goedkeuren van genocide, met de nadrukkelijke bedoeling de slachtoffers van volkenmoorden weg te zetten, te beledigen of te marginaliseren.

Bij ontkenners van de Holocaust is er bijna altijd van deze context sprake. Vaak is dat ook het geval bij ontkenners van de Armeense genocide of bij mensen die ontkennen dat er in Rwanda een volkenmoord heeft plaatsgevonden.