Van der Vlies betoogde in zijn lezing dat het in de politiek en het publieke debat onmogelijk is om neutraal te zijn. „Politiek gaat over het maken van keuzes. Deze keuzes worden gemaakt op basis van een overtuiging. Alle 150 Kamerleden hebben een overtuiging, seculier of godsdienstig.”

Op een vraag van een student of het mogelijk is om als christen liberaal te zijn, antwoordde Van de Vlies met een voorzichtig nee. „Hoewel er christenen bij de VVD zitten, waar ik niets van af wil doen, lijkt het mij niet mogelijk. De vraag komt erop neer wie het voor het zeggen heeft, de autonome God of de autonome mens?”

Voor het voormalige SGP-Kamerlid is de Bijbel de norm voor het maken van keuzes in de politiek. Dit is niet alleen zo omdat de overheid Gods dienares is en dus God dient te gehoorzamen, maar ook omdat de aarde het eigendom is van Hem, aldus Van der Vlies.

Christenen moeten volgens hem echter wel voorzichtig zijn met het gebruik van de Bijbel in het publieke debat. „De Bijbel is geen naslagwerk voor alle politieke problemen. Wel is het mijn overtuiging dat hij de waarden en normen voor de inrichting van de samenleving bevat. Denk aan zaken als gerechtigheid, beschermwaardigheid en de overheid als schild van de zwakke.”

Het overkwam Van der Vlies meer dan eens dat er in de politiek afwijzend werd gereageerd op het gebruik van Bijbelse argumenten in het debat. „Er is vaak tegen mij gezegd: Ik respecteer je mening, maar val ons er niet mee lastig. Ik heb andere overwegingen.” Deze ongelijkheid is volgens het oud-Kamerlid niet op te lossen. Wel kan op zoek worden gegaan naar meer argumenten dan enkel godsdienstige.

Als voorbeeld hiervan noemde hij de Winkeltijdenwet, waarbij de SGP samen met de SP optrok. „Voor ons was het eerste argument het vierde gebod en pas daarna de sociale consequenties, terwijl dit tweede argument de hoofdreden voor de SP was. Zo kun je vanuit een verschillende invalshoek voor dezelfde zaak strijden.”

Het is volgens Van der Vlies niet alleen belangrijk om mensen inhoudelijk te overtuigen. „Een christelijke houding is net zo belangrijk.” In het kader hiervan verwees hij naar de Vroege Kerk. „De Vroege Kerk wekte door een eenvoudige wandel de interesse van anderen.”

Hierover heeft de oud-politicus zorgen. „Als iets mij verontrust, is het onze verdeeldheid. Waar zetten we nog het beeld neer dat we elkaar liefhebben? Verdeeldheid maakt ons machteloos en daardoor boeten we in aan zowel gezag als overtuigingskracht.”