De drie partijen zijn dan ook tegen het initiatiefwetsvoorstel van PvdD-fractievoorzitter Thieme om onverdoofd ritueel slachten categorisch te verbieden.

Tijdens het Kamerdebat donderdagmorgen over de wet zei CDA-Kamerlid Ormel dat het voorstel indruist tegen de Grondwet. De vrijheid van godsdienst zou te veel worden aangetast als het onverdoofd ritueel slachten geheel zou worden verboden.

Ormel pleitte wel voor aanscherping van de rituele slacht. Nu zouden er in Nederland jaarlijks 2 miljoen dieren onverdoofd worden geslacht. Wat het CDA betreft, moet die slachtmethode een uitzondering worden.

Hij vindt dat het kabinet met joden en islamieten afspraken moet maken over verdoofd ritueel slachten, waarbij de verdoving omkeerbaar is en het dier niet daaraan dood gaat.

Het CDA wil het onverdoofd ritueel slachten volgens religieuze voorschriften beperken tot de groepen die volgens hun uitleg van hun religie alleen maar vlees mogen nuttigen dat onverdoofd is geslacht, bijvoorbeeld orthodoxe joden. Groepen joodse en islamitische gelovigen die kunnen leven met verdoofd ritueel slachten, zouden daartoe moeten overgaan en moeten stoppen met onverdoofd slachten.

ChristenUnie-Kamerlid Wiegman voerde tijdens het debat aan dat Thieme in haar wetsvoorstel de joodse en islamitische wijze van ritueel slachten op één hoop gooit en daarmee voorbijgaat aan de „wezenlijke” verschillen tussen beide. Ze stelde dat er nog veel andere mogelijkheden zijn om het dierenwelzijn en de slachtpraktijken te verbeteren zonder de onverdoofde rituele slacht te verbieden. Bijvoorbeeld door het stellen van striktere eisen aan de slachtmethodes.

De SGP betoogde dat Nederland groot is geworden in de joods-christelijke traditie. Kamerlid Dijkgraaf stelde dat de joodse rituele slacht grotere waarborgen ter voorkoming van dierenleed biedt dan de islamitische slacht. Wat hem betreft, blijft de koosjere manier van slachten dan ook toegestaan. De SGP steunt wel een verbod op de huidige, minder diervriendelijke rituele slachtmethode van moslims.

SP’er Van Gerven, voor het wetsvoorstel, zei dat omkeerbaar verdoofd slachten recht doet aan de vrijheid van godsdienst. Ook de PVV sprak zich bij monde van Graus uit voor de wet.