Religieuze leiders willen dialoogestafette
AMERSFOORT – De interreligieuze dialoogwandeling die vorige week woensdag in Amsterdam-West plaatshad, krijgt waarschijnlijk een vervolg. Religieuze leiders nemen op 16 oktober in Amsterdam deel aan een dialoogestafette.
Rabbijn Raphaël Evers meldde dat woensdagmorgen. Het idee om in de hoofdstad te gaan hardlopen, waarbij Joodse, islamitische en christelijke voormannen het estafettestokje aan elkaar doorgeven, rees tijdens de dialoogwandeling en werd meteen positief ontvangen door de deelnemers, aldus Evers.
Onder anderen de scriba van de Protestantse Kerk, dr. Arjan Plaisier, de rabbijnen Evers en Awraham Soetendorp en Kursat Bal van het Contactorgaan Moslims en Overheid liepen vorige week met elkaar op. De organisaties die zij vertegenwoordigen, maken deel uit van het zogenoemde Caïro-overleg, dat in het leven is geroepen na de verschijning van de film ”Fitna” van PVV-leider Wilders. De voormannen deden de Nourmoskee aan, de Jeruzalemkerk en de synagoge in Amsterdam-West.
Tijdens de tocht deden zich verschillende incidenten voor. Allochtone jongeren schreeuwden de Joodse deelnemers ”Kankerjoden” en ”Wat een Jodeninvasie” toe. Een andere jongen bracht de Hitlergroet.
Rabbijn Evers en Harry Polak deden daarvan vrijdag aangifte namens respectievelijk het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap en het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom. De Raad van Kerken en het Contactorgaan Moslims en Overheid steunen de aangifte.
„We laten ons niet door allerlei incidenten afschrikken”, motiveerde Evers de dialoogestafette woensdag. „We maken een vuist tegen onverdraagzaamheid en intolerantie. In Nederland neemt de onverdraagzaamheid toe.” De rabbijn brengt het voorstel een dezer dagen officieel ter sprake binnen het Caïro-overleg.
De politie is nog steeds op zoek naar de persoon die de Hitlergroet bracht en vraagt daarbij hulp van het publiek. Op de site depolitiezoekt.nl is een afbeelding van de dader te zien.
De Raad van Kerken, de initiatiefnemer van de dialoogwandeling, had niet voor niets gekozen voor het westelijk deel van Amsterdam als decor voor de tocht. Joden met keppeltjes en moslima’s met hoofddoeken vormden hier de afgelopen tijd doelwit van intolerant gedrag. Het verbale geweld en de agressieve houding van jongeren kwamen desondanks voor de meeste deelnemers als een verrassing, zegt algemeen secretaris ds. Klaas van der Kamp.
„Ik zag een moslimvrouw die kwaad was. Bij mezelf bemerkte ik een soort verdoving. Dit kan niet waar zijn, dacht ik. Je bent geneigd om de incidenten te bagatelliseren: ach, het zijn een paar kinderen. Toch moeten we zeggen: Dit mag in Nederland niet gebeuren.
We kennen vrijheid van godsdienst, en de uiting daarvan in het publieke domein kan nooit ter discussie staan. Je moet op straat herkenbaar kunnen zijn zonder dat je gediscrimineerd wordt. Zowel in Staphorst als in Amsterdam.”
Agressie
Evenals de andere deelnemers heeft de Raad van Kerken zich afgevraagd of het wijs was om aangifte te doen, zegt ds. Van der Kamp.
„In onze overweging speelde mee dat de ervaring van de Joden hierin van doorslaggevend belang is. Bovendien gaat het er ons om dat je in het publieke domein je geloof moet kunnen tonen. Hier is het allemaal om begonnen. Als we nu de andere kant opkijken, vonden we, nemen we onze eigen missie niet serieus. De agressie richt zich op de Joden, maar raakt ons allemaal.”