Kerk & religie

Project SchuldHulpMaatje Lelystad boekt resultaat

LELYSTAD – Het project SchuldHulpMaatje timmert flink aan de weg – onder andere met een symposium, afgelopen zaterdag. De oorsprong van het project ligt in Lelystad. Daar zijn inmiddels vijftig buddy’s actief. Resultaat: tegenover het landelijk gemiddelde van 30 procent houdt in Lelystad 70 procent van de cliënten het vol om het (vaak driejarige) schuldhulptraject succesvol af te ronden.

Hanneke Goudappel
16 February 2011 12:04Gewijzigd op 14 November 2020 13:43

In samenwerking met lokale diaconieën worden dit jaar verdeeld over 25 plaatsen zo’n 600 vrijwilligers opgeleid tot ”budgetbuddy” om mensen met financiële problemen te ondersteunen. Dat is tenminste het plan van verschillende christelijke organisaties die de handen ineen hebben geslagen.

Het project SchuldHulpMaatje is een samenwerkingsverband van Kerk in Actie, het Landelijk Katholiek Beraad, de Protestantse Ouderenbond, SKIN (de landelijke vereniging van migrantenkerken), de Evangelische Alliantie en de organisaties van het Platform Christelijke Schuldhulp.

De bakermat van het landelijke project ligt onder meer in Lelystad. Daar heeft men de afgelopen jaren goede ervaringen opgedaan met een schuldhulpmaatjesproject vanuit de kerken.

Inloophuizen

Het begon twintig jaar geleden met twee inloophuizen, zegt directeur Jan van Opstal van het Interkerkelijk Diaconaal Overleg Lelystad (IDO). „De gastheren en -vrouwen konden het groeiende aantal hulpvragen op het gebied van financiën niet meer aan. Daarom ontwikkelden we daar dertien jaar geleden een zelfstandig team voor met een eigen werkstichting.”

De organisatie telt nu vijftig schuldhulpmaatjes, die een of meer mensen begeleiden die op financieel terrein vastlopen en vaak grote schulden hebben. In totaal telt IDO –dat naast de twee inloophuizen en de schuldhulpstichting ook nog een voedselbank heeft– 210 vrijwilligers.

Anderhalf jaar geleden bracht ChristenUnie-Tweede Kamerlid Ortega-Martijn een werkbezoek aan het succesvolle project. „Uit onderzoek blijkt dat door de inzet van vrijwilligers in Lelystad veel minder cliënten tijdens een schuldhulptraject terugvallen in schulden of afhaken”, zegt Van Opstal. „Landelijk houdt 30 procent zo’n traject vol; in Lelystad is dat 70 procent. Voor Ortega was het aanleiding om een motie in te dienen waarin ze stelde dat vrijwilligers in de schuldhulpverlening veel meer gesteund zouden moeten worden door de overheid. De motie werd aangenomen in de Tweede Kamer. Dat is de aanleiding geweest voor het landelijke project SchuldHulpMaatje.” De overheid verleent een jaar lang subsidie om het project landelijk van de grond te tillen.

Wat is het geheim van het project in Lelystad? „De vrijwillige buddy’s kunnen veel meer zorg en aandacht geven dan de reguliere schuldhulpverlening”, zegt Van Opstal. „Dat ziet de overheid ook. We krijgen ieder jaar voor dit werk een forse subsidie van de gemeente. Dat geeft ons de mogelijkheid om zaken professioneel aan te pakken en goede kwaliteit te bieden. De schuldhulptak van IDO telt naast alle vrijwilligers, drie betaalde (parttime)krachten.”

IDO werkt bovendien nauw samen met de gemeentelijke schuldhulpverlening. „Mensen met moeilijke schulden, en/of andere complexe zaken zoals sociale problemen en verslaving worden meestal naar ons doorverwezen, omdat wij meer tijd in hen kunnen investeren.” Heeft iemand juist zelf al veel inzicht in en grip op de situatie, dan verwijst IDO de cliënt vaak door naar de gemeentelijke instantie.

Cliënten komen via verschillende sporen binnen. Naast degenen die worden doorgestuurd door de gemeentelijke schuldhulpverlening, komen anderen via een van de inloophuizen of de voedselbank binnen. Of ze komen bij een schuldhulpverleningstraject voor gedetineerden, dat begin vorig jaar door de gemeente Lelystad en justitie samen met IDO is opgezet.

Het motto van de schuldhulpverlening van IDO is: helpen wie geen helper heeft. „We willen aanvullend aanwezig zijn, naast de reguliere hulpverlening. Onze visie is mede gebaseerd op de presentiemethode van prof. Andries Baart: als kerk willen we present zijn, allereerst door een menselijke relatie op te bouwen vanuit vertrouwen en wederzijds respect.”

Met de kerken die IDO vertegenwoordigt, is de afspraak gemaakt dat IDO een diaconale organisatie is, en niet evangeliseert. „We willen voorkomen dat we in de richting van onze cliënten een dubbele agenda hanteren.”

Volop vrijwilligers

Om vrijwilligers hoeft IDO nooit te bedelen. „Wij doen het werk namens acht kerken in Lelystad, van PKN en rooms-katholiek tot evangelisch en gereformeerd-vrijgemaakt. We hebben de luxe dat vrijwilligers zich vaak uit zichzelf aanbieden”, zegt Van Opstal. ,Een groot deel van hen komt uit de kerken. Eén keer per jaar houden we een IDO-zondag, waarop er in de kerken extra aandacht is voor ons werk. Elk jaar komen daar veel vrijwilligers uit voort. Soms melden er zich ook mensen aan die zelf gebruik hebben gemaakt van schuldhulpverlening en die vervolgens wat terug willen doen.”

Buddy-zijn spreekt mensen onder meer aan omdat het een heel concrete vrijwilligerstaak is, merkt hij. „Je kunt zelf bepalen hoeveel tijd je wilt investeren. Er zijn vrijwilligers die één persoon begeleiden, anderen zeggen: Geef me er maar drie.”

Doorgaans krijgt een nieuwe vrijwilliger eerst een cursus, en ook doorgewinterde vrijwilligers worden geregeld toegerust. „Twaalf nieuwe vrijwilligers hebben deze week net de laatste van drie cursusdagen gehad. In december werd ook al een cursus gegeven, wegens grote belangstelling was een tweede nodig. In totaal zijn er 25 maatjes die net de cursus hebben afgerond. De huidige cursus draait ook als pilot voor de rest van het land.”

Het is een intensieve cursus, van 9.00 tot 16.30 uur. „Mensen krijgen veel achtergrondinformatie over wat er komt kijken bij een schuldhulpverleningstraject, om zich te kunnen inleven in wat mensen doormaken in zo’n traject. Ook komt de persoonlijkheid van de cursist aan bod: hoe ga je zelf met geld om.”

Ruggensteun

Mensen die in de schulden zitten, ervaren het vaak als een enorme ruggensteun dat er iemand met hen oploopt, merken de schuldhulpmaatjes Marja Timmer (51) en Jan Penninkhof (73). Penninkhof begon dertien jaar geleden als buddy naast zijn baan bij Rijkswaterstaat. „Ik hoorde ervan in de kerk. Het trok mij om op deze manier heel concreet mensen in nood te kunnen helpen.”

Nu Penninkhof al jaren met de vut is, heeft hij meer tijd om mensen met financiële problemen te ondersteunen. Op dit moment begeleidt hij vijf mensen die schuldenvrij zijn. „Daarnaast heb ik contact met drie mensen die in het aanlooptraject zitten voor schuldsanering.” Sommigen van de hulpvragers zitten in de WSNP (Wet schuldsanering natuurlijke personen, een driejarig schuldsaneringstraject waarin iemand met hulp van een bewindvoerder zijn schulden aanpakt), anderen willen dat niet en proberen het zelf te regelen met schuldeisers, of hebben een budgetcoach.

Marja Timmer uit Lelystad is sinds een jaar vrijwilliger bij IDO. Ze begeleidt op dit moment vier mensen. Haar werk is heel breed, vertelt ze. „Eigenlijk doe ik weinig, maar voor hen betekent het heel veel.”

Het mooist vindt Timmer de omslag die ze bij mensen meemaakt. „Je ziet iemand komen: terneergeslagen, of ze zitten onderuitgezakt in een stoel. Tot het moment dat iemand in het proces toch ziet: Hé, het gaat lukken, ik kom er weer bovenop. Het is prachtig om mensen te zien opbloeien.”


Drie tips

Directeur Jan van Opstal van het Interkerkelijk Diaconaal Overleg (IDO) in Lelystad heeft drie tips voor budgetbuddy’s.

  1. Houd van mensen. Het belangrijkst is dat je je medemens respecteert en hem de moeite waard vindt. Zie hem/haar als mens, en niet alleen als iemand met een schuld. Een mens is meer dan alleen zijn schulden. Dat is de basis om dit werk te kunnen doen.

  2. Wees trouw. Je hebt veel geduld nodig, want schuldhulpverlening kan een intensief traject zijn.

  3. Heb lef. Een beetje durf kun je wel gebruiken als je met mensen bij allerlei loketten aanklopt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer