Opinie

Benadeling kostwinner niet te verdedigen

Je kunt de huidige fiscale benadeling van kostwinners niet zien als een eerlijke heffing op vrije tijd, zoals prof. Bas Jacobs (RD 5-2) doet, stelt Jaap Janse.

8 February 2011 08:52Gewijzigd op 14 November 2020 13:36

Prof. Bas Jacobs verdedigt in RD 5-2 de huidige fiscale behandeling van kostwinners door te wijzen op het feit dat deze huishoudens over aanzienlijk meer vrije tijd beschikken dan tweeverdieners. Deze vrije tijd kunnen zij besteden aan de zorg voor hun kinderen. Omdat de fiscus informele arbeid niet belast, genieten alleenverdieners met kinderen een voordeel, wat een hoger belastingtarief voor de werkende partner zou rechtvaardigen.

Op deze redenering valt veel af te dingen. In de eerste plaats vindt het zorgen voor kinderen, ouders, (chronisch) zieke of gehandicapte familieleden buiten het economisch verkeer plaats. De fiscus heeft daar niets te zoeken, hoeveel welvaart dat voor alle betrokkenen ook oplevert.

In de tweede plaats is het merkwaardig dat in het huidige belastingstelsel alleen bij kostwinnershuishoudens vrije tijd c.q. zorgtaken belast worden via een hoger tarief voor de werkende partner. Tweeverdieners die elk een dag minder gaan werken om op die dagen voor hun kind te zorgen, worden immers niet extra aangeslagen voor deze welvaart. Ook een alleenstaande die één dag in de week minder gaat werken, komt niet in een hoger tarief.

Jacobs geeft zelf het voorbeeld van tweeverdieners die elk tweeënhalve dag per week minder werken en daarmee net zo veel tijd hebben voor zorgtaken als een alleenverdiener. In dat geval is de ongelijke belasting in zijn ogen arbitrair. Onduidelijk is echter waarom het bij één dag in de week minder werken dan niet zo is en de voordelen voor tweeverdieners zelfs „best te verdedigen” zouden zijn.

De interpretatie van de huidige fiscale benadeling van kostwinners als een heffing op vrije tijd gaat dus mank. Wie vrije tijd bij de belastingheffing van gezinnen wil betrekken, moet beginnen met gelijke hoeveelheden vrije tijd (daarmee gelijke hoeveelheden arbeid) gelijk te behandelen. Dat is precies wat het leefvormneutrale belastingstelsel beoogt.

Ten slotte is er nog een ongelijkheid in het spel. Als je er al voor kiest mensen die volledig zelf voor hun kinderen zorgen fiscaal extra te belasten, is het ook logisch een tegemoetkoming in de kosten voor deze ‘kinderopvang’ te verstrekken. Dat is met de huidige regelingen niet mogelijk. Bovendien: als er wel een recht bestond op de inkomensafhankelijke kinderopvangtoeslag, dan zou de partner met het laagste inkomen niet zomaar recht hebben op een hoge toeslag. Bij het berekenen van het recht op een toeslag wordt de draagkracht immers niet afgemeten aan het individuele, maar aan het gezamenlijke inkomen.

Het wordt dus hoog tijd voor een leefvormneutraal stelsel van belastingen én toeslagen, waarbij de overheid geen heffing legt op het zorgen voor je eigen kinderen.

De auteur is econoom.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer