„…neem Uw Heilige Geest niet van mij.”

Ik zal u zeggen waarom een begenadigde ziel het verlies van Gods gunst niet stilzwijgend kan verdragen. Zij bidden en roepen erom. Het is hun meer waard dan alle andere zegeningen. Dat is zo, omdat Hij de Geest der waarheid is en al de kennis die wij van God en Christus hebben ons zonder Zijn genadige onderwijzingen, geen wezenlijk goed zullen doen.

Verlichting in het hoofd zal weinig kracht doen als er geen leven en warmte in het hart is. Wij kunnen een heldere kennis van goddelijke zaken hebben door veel te lezen en te horen, door mediteren en redeneren. Een vertroostende, zielsvernieuwende kennis daarvan kunnen we echter alleen door de Geest verkrijgen. Vandaar dat de psalmdichter (43) bidt: „Zend Uw licht en Uw waarheid, dat die mij leiden; dat ze mij brengen tot de berg Uwer heiligheid, en tot Uw woningen en dat ik inga tot Gods altaar, tot de God der blijdschap van mijn verheuging.”

Zend Uw Geest als een gezant. Als de Geest met een opdracht van Christus komt, om ons verlichte ogen van het verstand te geven en om onze natuurlijke duisternis weg te nemen, wat zullen dan de bovennatuurlijke waarheden vol, allesomvattend, liefelijk en heerlijk voor ons worden.

John Hill, predikant te Londen (”Een ootmoedige Smeekbede”, 1700)