Rosenthal trekt lessen uit dood Bahrami
DEN HAAG (ANP) – Minister Uri Rosenthal van Buitenlandse Zaken erkent dat hij het in de zaak van Zahra Bahrami beter had kunnen doen. „Ik vraag me dat ook steeds af. Ik heb het niet prima gedaan en sta mezelf niet op de borst te kloppen”, zei de minister donderdagavond tijdens het spoeddebat over de executie van de Nederlands-Iraanse vrouw in Iran.

„Ook ik trek een les uit deze gebeurtenis”, zei hij. De knieval kwam nadat vooral D66 en de PvdA in het debat kritiek hadden geleverd op de minister. Ze verweten hem dat hij zich zelf niet had bemoeid met Bahrami terwijl hij in de media wel had gezegd „dat alles was gedaan op alle niveaus”.
Rosenthal hield dat nog lang vol in het debat, maar matigde later zijn toon. Hij zei dat de fase nog niet aangebroken was om het niveau op te schalen tot dat van de minister of president van Iran. Ook daar kon de minister zich volgens het merendeel van de oppositie niet achter verschuilen. De minister had niet moeten afgaan op de informatie van Iraanse zijde, omdat bekend was dat die zeer onbetrouwbaar was.
Achteraf kun je zeggen „er was meer nodig geweest”, aldus Rosenthal. Zaterdag bleek tot zijn verrassing dat Bahrami was geëxecuteerd. „De nacht van zaterdag op zondag is een van mijn slechtste nachten geweest”, zei de minister. Hij zegt ook met het „klamme zweet” in z’n handen te zitten over vier andere Nederlanders met de Iraanse nationaliteit die nog in Iran gevangen zitten.
De lessen die hij uit de zaak-Bahrami zal trekken, beslaan volgens Rosenthal het hele traject. Dat loopt van de geruchten over haar arrestatie eind 2009 op internet en in de media, tot aan haar dood op 29 januari 2011. Hij zal over deze lessen nog een brief sturen naar de Kamer, op verzoek van de ChristenUnie.