„Arglistig is het hart, meer dan enig ding, ja, dodelijk is het; wie zal het kennen?”

Gods Woord waarschuwt ons duidelijk: „Er is een geslacht dat rein in zijn ogen is en van zijn drek niet gewassen is” (Spreuken 30:12). Vraagt u, en o, mocht u het vragen met diepe ernst en oprechtheid: „Hoe kan ik er zeker van zijn dat mijn geloof een echt en zaligmakend geloof is?” Het antwoord is: onderzoek uw geloof. Stel vast of het „het geloof der uitverkorenen Gods” is (Titus 1:1). Verzeker u ervan of uw geloof wel of niet vergezeld gaat van die vruchten die onlosmakelijk verbonden zijn met het door God gegeven en door de Geest gewerkte geloof.

Wellicht staan velen op het punt om te zeggen: „Het is voor mij helemaal niet nodig om zo veel moeite te doen. Ik weet dat mijn geloof zaligmakend is, want ik rust op het volbrachte werk van Christus.” Maar geliefde vriend, doe toch niet zulke dwaze praat. God Zelf vraagt Zijn volk hun „roeping en verkiezing vast te maken” (2 Petrus 1:10). Is dat een nutteloze aansporing? O, speel toch niet uw eigen ijdele vertrouwen uit tegen de goddelijke wijsheid. Het is satan die zijn uiterste best doet om velen van juist dit zelfonderzoek af te houden, opdat ze niet zouden ontdekken dat hun huis op zand gebouwd is.

A. W. Pink predikant te Engeland

”Een waar geloof” (1932)