GG denken na over methoden catechetisch onderwijs
UTRECHT – Binnen de Gereformeerde Gemeenten vindt de komende jaren toerusting plaats voor wat betreft inhoudelijk en didactisch verantwoorde methoden in het catechetisch onderwijs. Uitgangspunt blijft de Heidelbergse Catechismus en het vragenboekje van Hellenbroek, ”Voorbeeld der Goddelijke waarheden”.
Een synodale commissie had reeds onderzocht in hoeverre het mogelijk is om te komen tot een bewerking van Hellenbroek. Dat blijkt zo veel tijd en inzet te vragen dat nu gekozen is voor een langer lopend traject. In de nu benoemde commissie zitten, naast drie ouderlingen, de predikanten A. Schot, G. W. S. Mulder, G. Bredeweg en G. Clements.
Ds. C. A. van Dieren wilde onderstrepen dat het erom gaat het origineel van Hellenbroek te bewaren. „We willen Hellenbroek bewaren voor het nageslacht, maar er staan begrippen en uitdrukkingen in die onze catechisanten niet kennen.” De predikant uit Rijssen benadrukte dat catechisatie niet mag verworden tot een gesprek over bevindelijke waarheden, zonder dat er kennis van de waarheid wordt overgedragen.
„Waar we naar uitzien, is een handreiking voor de catechese, niet een synodale catechesemethode”, zo benadrukte ds. Van Eckeveld.
Ouderling H. A. Soetendaal (Barneveld) vroeg aandacht voor de belangstelling van de ouders. „Je kunt aan de kinderen merken als er in de gezinnen met elkaar gesproken wordt over wat er op catechisatie geleerd wordt. Dat kon wel eens openbaar komen in de vruchten.”
Helpende Handen
Het bestuur van de vereniging Helpende Handen betreurt het dat het beleid en enkele recente publicaties van de vereniging tot vervreemding hebben geleid van de Gereformeerde Gemeenten. Tijdens de vorige synodezitting, in oktober 2010, hadden synodeleden zorg uitgesproken over het beleid van Helpende Handen sinds 2009. Die zorg betrof vooral de verbreding van het werkterrein, de samenwerkingsverbanden waarbij Helpende Handen betrokken is, en de inhoud van recente publicaties. Tussentijds hebben gesprekken plaatsgevonden tussen Helpende Handen en het deputaatschap DMZ.
Zorgvragen aan Helpende Handen van buiten de eigen gemeenten nemen toe. Om aan de hulpvragen tegemoet te kunnen komen, moeten organisatie en personeelssamenstelling blijvend worden bezien. Ds. G. Heijkamp zei als voorzitter van DMZ dat Helpende Handen het beleid opnieuw tegen het licht gehouden heeft en opnieuw heeft geformuleerd. De afgevaardigden spraken er opnieuw hun vertrouwen over uit dat DMZ en Helpende Handen elkaar weer vinden.
Eenheid
De commissie kerkelijke eenheid en verscheidenheid is een deputaatschap geworden: het deputaatschap kerkelijke eenheid.
„Het zoeken naar kerkelijke eenheid moet iets blijvends zijn, dat is dus geen werk voor een commissie, maar van een deputaatschap”, zei ds. J. J. van Eckeveld, voorzitter van de commissie KEV. De leden van de commissie zijn allen benoemd als lid van het nieuwe deputaatschap, met uitzondering van ds, M. Golverdingen, die met emeritaat gaat. In zijn plaats benoemde de synode ds. J. Schipper (Dirksland).