Open boek
God toont veel geduld in het verdragen van zondaars. Hij vertoeft totdat het geroep tot Hem komt en eer Zijn gerechtigheid het zwaard trekt. Hij rekt zijn genade uit tot lijdzaamheid, ja tot lankmoedige verdraagzaamheid. O, laat echter geen zondaar zorgeloos zijn, al is God lankmoedig. Hij zegt ons niet hoelang Hij lankmoedig zal blijven.Er staat in Zefanja 1:12: „Ik zal Jeruzalem met lantaarnen doorzoeken.” Zijn er dan dingen voor Zijn ogen verborgen? God heeft geen lantaarn nodig om te zien. De ziel van de mens is een lamp des Heeren. Dus is deze lantaarn of lamp niet voor Hem om daarbij te zien, maar hij is voor ons. God dreigt ons te doorzoeken, omdat Hij wil dat wij onszelf doorzoeken zullen. Laat ons zoeken naar onze zonden of anders zullen onze zonden ons vinden.
Wanneer wij voor een grote koning moeten verschijnen, hoeveel voorbereidingen treffen we dan niet. Als het oog van een koning al zo veel doet, zou het oog van God dan geen ontzag wekken?
Een koning kan alleen de buitenkant zien. Er kan verraad in het binnenste wezen, waar hij niets van weet. Maar God heeft een sleutel van het hart: „Ik, de HEERE doorgrond het hart…” (Jeremia 17:10).
Sommige mensen hebben een tong als engelen, maar met Nebukadnezar een hart als een beest. U zou niet willen dat alle mensen uw gedachten zouden zien. We zouden ons schamen om elkaar aan te zien. Maar God ziet tot op de bodem van ons hart.
Thomas Watson, predikant te Londen (Al de werken, 1670)