Van de deelnemende schoolbesturen stelde 57 procent dat het aantal ouders dat zich wil inzetten voor de school, afneemt, terwijl 53 procent ook de animo voor deelname aan het schoolbestuur ziet afnemen.

„Ouders hebben een overvolle agenda. Incidenteel een keer iets doen voor de school, daar kunnen we voldoende ouders voor krijgen. Maar structureel, zoals zitting nemen in een OR, MR of bestuur, wordt heel moeilijk”, zo reageerde een van de besturen.

„Uit alle gesprekken met bovenschoolse directies en schooldirecteuren blijkt dat men de betrokkenheid van ouders vindt afnemen”, stelde een andere deelnemer aan het onderzoek. Een derde concludeerde: „We moeten steeds meer moeite doen om mensen ergens bij te betrekken.”

„Als een ouder zijn kind komt aanmelden, moet je als directeur direct zeggen: ‘Fijn dat je je kind aanmeldt. En wat ga jij betekenen voor de school?’” reageerde governanceadviseur O. Beuving van de Besturenraad op de uitkomsten van de peiling. „Vraag een ouder waar zijn talenten liggen. Maak daar gebruik van. De betrokkenheid moet wederzijds worden.”

Essentieel is volgens Beuving het voeren van een goed vrijwilligersbeleid. „Binnenhalen is één ding, maar binnenhouden net zo belangrijk. Bepaal hoe je de ouders boeit, bindt en beloont.”

De adviseur zegt niet verbaasd te zijn over de terugloop aan vrijwilligers voor bestuursfuncties. „Zo’n functie is een zware klus. Vaak denken ouders er geen verstand van te hebben en dat maakt hen onzeker. Daardoor haken ze af. Bovendien hebben ouders een volle agenda. Er zijn cursussen om bestuurs- en MR-leden de basisprincipes van het besturen en toezichthouden bij te brengen. Kennis maakt dat ze met meer vertrouwen zo’n vrijwilligersklus op zich nemen.”

De adviseur wijst ook op het belang van een duidelijk bestuursprofiel waarin beschreven staat wat er van de nieuwe bestuurder verwacht wordt en wat de taak precies inhoudt.