Het college van kerkrentmeesters stelt in een maandag gepubliceerde verklaring dat „de wijze waarop de regeling is uitgewerkt, er opnieuw toe leidt dat de Nieuwe Kerk buiten de boot valt. Wederom een fikse tegenvaller voor de restauratie.”

Door het besluit om een subsidie van van 2 miljoen euro niet toe te kennen, is een vervolg van de restauratie voorlopig niet mogelijk, vreest het college. Ook de uitbreiding van de koninklijke grafkelder zal daardoor niet kunnen worden uitgevoerd.

De kerkrentmeesters gaan met de verantwoordelijke wethouder van de gemeente Delft, Milene Junius, om de tafel, zo melden zij. Beide partijen zullen verdere stappen onderzoeken om de benodigde financiering voor het restauratieprogramma vanuit het Rijk alsnog te kunnen realiseren.

De kerkrentmeesters hadden in oktober als beheerders van de kerk –namens de hervormde gemeente– een subsidieaanvraag ingediend. De aanvraag betrof een volgende fase in het restauratieprogramma. De subsidieregeling kent een landelijk budget van 22 miljoen euro voor zowel restauratie- als herbestemmingsprojecten van monumenten.

Probleem voor de Nieuwe Kerk is dat per provincie maximaal vier projecten in aanmerking konden komen en dat de projecten met de laagste financieringsbehoeften het eerst gegund zouden worden. In de provincie Zuid-Holland –rijk aan monumenten– kwamen veel aanvragen binnen. Hierdoor was de kans klein dat een restauratieaanvraag van rond de 2 miljoen euro in aanmerking zou komen.

Vorig jaar is de subsidieregeling mede op aandringen van de Tweede Kamerfractie van het CDA nog aangepast. In een motie drong het CDA erop aan juist grootschalige restauratieprogramma’s zoals de Nieuwe Kerk te kunnen realiseren. De wijze waarop de regeling is uitgewerkt, leidt er echter toe dat de Nieuwe Kerk toch subsidie misloopt.