Poli biedt opvoedhulp voor moeder én vader
DORDRECHT – Een centrum waar ouders terechtkunnen voor informatie en advies, kortdurende hulpverlening en cursussen. Dat staat Family Care in Dordrecht voor ogen met de nieuwe christelijke opvoedpoli. „Ik merk steeds meer dat de Bijbelse principes voor de opvoeding ontzettend relevant zijn.”
Rob Hondsmerk was zo’n twintig jaar directeur van stichting Chris. De organisatie, vooral bekend door de christelijke kindertelefoon, valt sinds 2007 onder De Hoop ggz. Family Care kreeg per 1 januari eveneens een plek onder de paraplu van concern De Hoop.
De nieuwe organisatie richt zich op praktische ondersteuning van ouders en wil uitgroeien tot christelijk kenniscentrum op het gebied van opvoeding. Hondsmerk trad aan als directeur.
Speerpunt van Family Care is het starten van opvoedpoli’s op diverse plaatsen in het land. De eerste vestigingen openen naar verwachting in maart de deuren in Dordrecht en Houten. Mogelijkheden voor een poli in Den Haag en Hardinxveld-Giessendam worden onderzocht.
Wat was de aanleiding voor de oprichting van Family Care?
Hondsmerk: „Via telefoon, e-mail en chat heeft Chris dagelijks contact met kinderen en tieners die hun hart willen luchten. Ze benaderen de mensen van de hulplijn met ervaringen op het gebied van onder meer seksueel misbruik en pesten. Ook hebben medewerkers van Chris dagelijks met problemen rond echtscheiding te maken. Vaak neemt een kind pas contact op als de scheiding een feit is. Family Care is erop gericht dichter op gezinnen te zitten, sneller betrokken te raken bij problemen.”
Waarvoor kunnen ouders bij de opvoedpoli terecht?
„Wij geven informatie en advies en kunnen laagdrempelige, kortdurende hulpverlening bieden. Op elke locatie zal bijvoorbeeld een maatschappelijk werker of sociaalpedagogisch hulpverlener werkzaam zijn. Ik zal hen als gezondheidszorgpsycholoog aansturen. Als er sprake is van ernstige problemen, verwijzen we door naar andere vormen van hulpverlening die De Hoop ggz biedt. Zelf willen we ook cursussen op het gebied van opvoeding gaan geven.”
Waarin verschilt uw aanpak van de algemene opvoedpoli’s?
„Wij werken nadrukkelijk vanuit onze christelijke identiteit, bieden pedagogische en psychologische ondersteuning vanuit Bijbelse opvattingen. Ik merk steeds meer dat de Bijbelse principes nog steeds ontzettend relevant zijn, bijvoorbeeld als het gaat om huwelijkstrouw. Die is onze samenleving helaas ver te zoeken.”
Richt u zich met de poli’s specifiek op een christelijke doelgroep?
„We richten ons in eerste instantie op christelijke ouders, maar niet-christenen kunnen eveneens bij ons terecht. Dat geldt ook voor de kinderdagverblijven van De Hoop. Alle kinderen zijn welkom, maar de ouders moeten wel beseffen dat ze daar bijvoorbeeld christelijke liedjes leren. Ook de opvoedpoli staat open voor iedereen. We zijn ervan overtuigd dat de christelijke principes van waaruit wij werken heilzaam zijn voor alle mensen.”
Hoe denkt u ouders over de drempel van de opvoedpoli te krijgen?
„We koppelen de poli’s aan kinderdagverblijven van De Hoop. Het eerste dagverblijf ging indertijd in Dordrecht van start, gericht op kinderen van verslaafde ouders. Inmiddels staat het open voor iedereen. In Dordrecht hebben we nu op vier plekken zo’n voorziening, in andere steden willen we daarmee starten.
Een moeder die haar kind wegbrengt naar de opvang of het komt ophalen, kan gemakkelijk even bij de opvoedpoli binnenlopen als ze bijvoorbeeld problemen heeft in haar huwelijk en daar eens met iemand over wil praten. Of als zij en haar man in de opvoeding niet op één lijn zitten en ze niet goed weet hoe ze daarmee moet omgaan.”
En de vaders?
„Zij vormen een lastig te bereiken groep. Moeders zijn eerder geneigd met anderen te praten over problemen waar ze tegen aanlopen. Toch willen we ons ook nadrukkelijk op vaders richten, bijvoorbeeld door een speciale cursus voor hen aan te bieden, vanuit het Bijbelse uitgangspunt ”Ik en mijn huis, wij zullen de Heere dienen”.
Mannendagen trekken vaak een groot publiek, dus waarom zou het ons niet lukken? We willen inventief en creatief zijn om vaders te bereiken. Ik denk ook aan het organiseren van een cursus voor predikanten om hen te helpen in hun gemeente aandacht te besteden aan opvoeding en specifiek aan het thema vaderschap. Er is werk genoeg, ook in de kerken. Het zou mooi zijn als er in de toekomst bij wijze van spreken bij iedere kerk een opvoedpoli is.”