Eisenmann vindt dat religie en politiek werkelijk niets met elkaar te maken hebben. „Dat is fundamenteel voor mij. Ik draag overal een keppeltje, maar zodra ik me op welke manier dan ook politiek manifesteer, heb ik mijn keppeltje niet op. Ik bekleed een raadszetel namens de VVD, niet vanwege mijn joodse religie.”

De eed heeft voor Eisenmann, zelfstandig producent van medicijnen, geen toegevoegde waarde. „De belofte is voor mij het verstrekkendst. Ik ben opgevoed met de idee dat je verplicht bent een belofte altijd na te komen. Dat geldt voor het raadswerk en voor mijn werk als ondernemer.”

Eisenmann zegt zich van alle politieke partijen het meest thuis te voelen bij de VVD, „juist vanwege de strikte scheiding van geloof en politiek. Ik ben ervan overtuigd dat ieder die religieus is, zich bij de VVD als een vis in het water zal voelen. Ik wil graag op zondag kunnen winkelen, omdat ik op zaterdag sabbat houd. De meeste christelijke partijen zijn tegen openstelling van winkels op zondag. De VVD gaat ervan uit dat ieder dat zelf mag bepalen. Religie is een individueel en geen collectief fenomeen.”

Zijn keuze voor de belofte is puur persoonlijk, benadrukt de Amsterdamse ondernemer. „Ik keek raar op toen enkele fractiegenoten van me de eed aflegden. Ze hadden geen duidelijk verklaring. Ze vonden het gewoon leuk of mooi. Er is namelijk geen enkele ander lid in mijn fractie dat ook religieus is. Als zij hoe dan ook graag de eed willen gebruiken, zijn ze daar natuurlijk vrij in.”

Eisenmann houdt nauwlettend in de gaten dat zijn joodse achtergrond niet zijn politieke optreden stempelt. „In onze deelgemeente Amsterdam-Zuid is naar schatting 70 tot 80 procent van alle joodse instellingen gevestigd. Om het gevaar van conflicterende belangen te vermijden ben ik bewust geen woordvoerder over zaken waarbij die instanties zijn betrokken. In mijn politieke optreden bepaalt mijn joodse achtergrond slechts hoe ik met mensen omga en dat ik ze accepteer zoals ze zijn.”

De vraag of het voor moslims mogelijk zou moeten zijn om de naam van Allah in de eed te gebruiken, vindt Eisenmann een non-discussie. „Voor mij persoonlijk heeft een eed met een religieuze verwijzing geen enkele toegevoegde waarde. Maar als moslims graag de naam van Allah willen gebruiken, dan houd ik ze niet tegen.”

Dit is het zesde deel in een serie artikelen over de keuze van raadsleden om bij hun installatie in de gemeenteraad de eed of de belofte af te leggen. Vandaag: VVD.

VVD: nog vaak de eed

In 44 fracties kozen de raadsleden allemaal voor de eed, waaronder in Losser (5) en Duiven (5).

In 108 fracties legden de raadsleden allemaal de belofte af, zoals in Assen (5) en Tynaarlo (5).

In 53 fracties bleef de keus voor eed of belofte in evenwicht, waaronder in Smallingerland (2-2) en in Barneveld (2-2).

In 38 fracties koos de meerderheid van de raadsleden voor de eed: zoals in Aalten (2-1) en in Renkum (3-2).

In 125 fracties koos de meerderheid van de raadsleden voor de belofte, zoals in Apeldoorn (4-2).

In grote fracties koos een enkeling voor de eed: Coevorden (1-5) en Arnhem (1-6).