Bostons kerk in een zee aan mooie heuvels
ETTRICK – Het dak lekt. De kokosmatten in de gangpaden zijn beschimmeld. Het waterglas op de kansel is al maanden niet gebruikt. In Bostons kerk in Ettrick ruikt het muf. Dit is met recht een kerk waarover de jaren zijn heengegaan, soms als hete stormen, soms als het suizen van een zachte stilte.
De deur aan de oostzijde van de kerk zit niet op slot. Bostons kerk is bijna altijd open. In het halletje ligt een gastenboek, met nogal wat namen uit Nederland: uit Middelburg, Rijssen, Harskamp. Daar ligt ook de liturgie van de laatstgehouden dienst: Hymn 39, ”God the Lord”.
Onder de kansel staat een keyboard. Op het lessenaartje waar vroeger de voorzanger stond, staat een grote mand met bloemen. Rechts van de kansel is de ”prayer area”, de plaats waar het gebed placht te geschieden.
De kanseltrap kraakt. Op deze preekstoel rijpte Bostons beroemde boek, de ”Human Nature in its Fourfold State” (”Viervoudige staat”). Op de preekstoel ligt de Bijbel open, zoals het hoort. Het laatst gelezen is Psalm 32: „Blessed is he whose transgression is forgiven, whose sin is covered.” Op deze kansel viel zo vaak een wonderlijk licht, van boven naar beneden.
Op een van de drie galerijen is een kleine expositie ingericht, over de kerk en haar voorgangers, over het dorp en zijn bewoners. Oude foto’s vertellen het verhaal van vroeger. Er is een foto van het oude avondmaalsstel, er zijn foto’s van gemeenteleden en van boeren tijdens hun werk. Oude, handgeschreven woorden spreken over kerkdiensten in de tijd van Boston.
Hier ligt ook een gekopieerde titelpagina van Bostons boek ”Viervoudige staat”. Dit boek, zo zegt een toelichting, was in de vallei van Ettrick in elk huis aanwezig. De expositie laat ook een register zien met de nummers en de namen van de graven op het kerkhof.
De kerk heeft een vierkante toren met viermaal twee galmgaten. Tussen 1995 en 1998 onderging de kerk een restauratie, maar die lijkt opnieuw hard nodig. Alles gaat hier zo te zien hard achteruit.
Rondom de kerk ligt het kerkhof, onder eik en beuk. Grafstenen doen, na een geruisloze vlucht van een lange reeks van jaren, nog hun best wat overeind te blijven. Hier begroef Boston de doden uit zijn gemeente, en ook vijf van zijn kinderen. Hier stonden ze bijeengestuwd, rond baar en graf. Hoe vaak zonk hier reeds een kist, het donker van de aarde tegemoet?
Bostons grafmonument is bemost, verkleurd, bevuild, en de letters zijn nog maar net leesbaar: „Als een getuigenis van achting voor de eerwaarde Thomas Boston…” De zuil boven het graf werd in 1806 geplaatst, „door een godsdienstig en dankbaar volk.”
Tot aan 1806 werd dit graf slechts gedekt door een kleine steen, op de ene helft was Bostons naam gegraveerd, op de andere die van zijn vrouw, Catherine.
De kerk van Boston ligt aan de voet van een zee aan mooie heuvels, helemaal aan het einde van een dampige vallei, ogenschijnlijk ver verwijderd van de bewoonde wereld. Langs de kerk stroomt de rivier de Ettrick. Rondom liggen hellingen, dichtbespikkeld met schapen. Hier en daar een landerij, een hofstede, een boerenschuur.
In deze vallei woonden in Bostons tijd zo’n 400 mensen: keuterboeren, grote boeren en schaapherders. Het zijn er nu zeker niet meer dan toen.
Bostons gemeenteleden woonden ver in de omtrek. ’s Winters lag de sneeuw soms wekenlang op de heuvels. Een kroniekschrijver uit die dagen noteerde: „Deze gemeente heeft geen voordelen. De wegen zijn bijna onbegaanbaar.” Maar zondags kwam de gemeente op, te voet, of hoe dan ook, maar ze kwamen, om te horen de woorden van de levende God.
Doop- en avondmaalsdiensten werden buiten gehouden, op het kerkhof, tussen de doden. De dood had hier weliswaar het hoogste woord, maar zeker niet het laatste. Bij avondmaalsdiensten waren er soms wel 2000 avondmaalgangers. Soms werden er wel dertig tafels bediend. Een opmerking uit oude kerkenraadsnotulen: „Er wordt wijn besteld, voor 2067 avondmaalgangers.” Hier, tussen de graven, hing de hemel wel eens laag: „Alle dingen zijn gereed.” Het waren Elims in de wildernis, oases van vrede in een woestijn vol moeiten.
Dit is het zesde deel in een negendelige serie over kerken en kapellen in Schotland en Engeland. Volgende week woensdag: de kerk van Philpot.