„Ik was niet bang dat bekend zou worden wat ik had gedaan. Dat had er niks mee te maken. Ik ben gewoon in paniek geraakt”, aldus Henk F. die ruim zeventien jaar na de moord op de toen 15-jarige Andrea Luten terechtstaat. De ouders van Andrea zijn bij de zitting aanwezig, evenals Richard Kelly. Kelly was in 2002 de voornaamste verdachte in de zaak-Luten. Hij zat maanden in voorlopige hechtenis, maar de rechtbank sprak hem in augustus van dat jaar vrij wegens gebrek aan bewijs.

F. zei tegen de rechtbank dat hij Andrea op de bewuste dag eerst met zijn handen had gewurgd. „Het was maar even en toen was ze al buiten westen.” Daarna heeft hij zijn voet op haar keel gezet. F. zegt opgelucht te zijn dat hij zijn verhaal nu kan doen. F. had op veel vragen van de rechters geen duidelijk antwoord. „Ik weet niet meer wat denkbeeldig en werkelijkheid is.” Ook zei hij dat hij zich het gezicht van Andrea niet meer kan herinneren. „Ik heb de foto van haar gezien op het Journaal, maar ze komt me niet bekend voor.”

De Hoogevener ging op 10 mei 1993, de dag van de moord, een stukje fietsen, zo bleek tijdens de zitting. „Ik zat in de Ziektewet. Gewoon lekker in de buitenlucht, ik had geen bijzonder doel.” In de bossen van Gijsselte, niet ver van Ruinen, zag hij Andrea fietsen. Hij greep haar bij een arm en trok haar het bos in. „Je moet meekomen, zei ik tegen haar. Ze bleef heel rustig. Had ze maar gegild of geschreeuwd. Dan was ik op het fietspad al weggevlucht.”

Op de vraag van de rechtbank waarom F., zelf vader van drie kinderen, zeventien jaar heeft gezwegen, zei hij: „Ik ben er constant mee bezig geweest. Maar ik heb het nooit durven vertellen. Het was pure angst.”