Opinie

Bindmiddel wordt breekijzer

Het antwoord van de HSV op het probleem van de verstaanbaarheid van de Statenvertaling schiet zijn doel voorbij, stelt drs. Pieter Rouwendal. Maar het antwoord van de GBS schiet tekort. Waar is de gulden middenweg?

7 December 2010 09:37Gewijzigd op 14 November 2020 12:48Leestijd 4 minuten
”De vergelijking tussen GBS en HSV levert geen goed-foutoordeel op." Foto RD, Anton Dommerholt
”De vergelijking tussen GBS en HSV levert geen goed-foutoordeel op." Foto RD, Anton Dommerholt

De komst van de Herziene Statenvertaling (HSV) openbaart een breuklijn binnen de gereformeerde gezindte. Die werd, ondanks de interne verdeeldheid, onder andere door de Statenvertaling verbonden. Nu lijkt het bindmiddel een breekijzer te worden. Dat is droevig, temeer daar beide partijen een gemeenschappelijk doel hebben: de Statenvertaling te behouden voor het nageslacht. De Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) wil dat bereiken door een zo oorspronkelijk mogelijke uitgave van de Statenvertaling; de HSV door een zo begrijpelijk mogelijke. Nu liggen er twee sterk van elkaar verschillende versies van de Statenvertaling.

Polarisatie

De Stichting HSV wist vanaf het begin dat haar editie niet overal gebruikt zou worden en dus polariserend zou werken. Daartegen kan men volgens mij slechts aanvoeren dat de veronderstelde noodzaak van herziening zwaarder woog dan te verwachten polarisatie. Anderzijds siert het de Stichting HSV dat van die zijde thans geen scherpe reacties komen op polariserende woorden van GBS-zijde. Want wie de HSV afficheert als een list van satan en suggereert dat HSV-gebruikers in een kromme weg zalig willen worden, polariseert zo sterk dat een gesprek niet meer mogelijk is. Dat doen mensen die merkwaardigerwijze wél onbeschroomd zingen uit een psalmberijming die qua theologisch klimaat veel verder van hen afstaat.

De HSV wordt verweten geen eigenlijke Statenvertaling meer te zijn. Daarvoor zijn elders argumenten genoemd, waarvan er minstens een aantal steekhoudend is. Ik zal die niet herhalen. Was grotere terughoudendheid bij de Stichting HSV in het wijzigingsbeleid niet beter geweest? Had dat niet minder weerstand opgeroepen? Anderzijds, al zou de HSV geen Statenvertaling meer zijn, dan is daarmee nog niet aangetoond dat zij een onbetrouwbare weergave van de grondtekst biedt. Ze verdient mijns inziens voor letterlijkheid en accuratesse niet zo’n hoog cijfer als de oorspronkelijke Statenvertaling, maar of ze daarvoor een onvoldoende verdient, is allerminst aangetoond.

Begrijpelijkheid

De HSV wil begrijpelijk zijn. Ze is daarin behoorlijk geslaagd. Het achterwege laten van naamvallen en het wijzigen van verouderde of van betekenis veranderde woorden heeft geleid tot een goed leesbare tekst. De GBS houdt vast aan oude woorden en naamvallen, en verwijst voor verduidelijking naar de kanttekeningen. Maar de kanttekeningen verklaren geen naamvallen en oude woorden. Een kanttekening die meldt dat Jozef „een gemene knecht” was, roept zelfs meer vragen op dan ze verduidelijkt. De gereformeerde gezindte mag dus kiezen tussen een uitgave die zeer accuraat en letterlijk is, maar minder goed te begrijpen, en een uitgave die goed te begrijpen is, maar wat minder accuraat en letterlijk de grondtekst weergeeft.

De Stichting HSV wordt verweten overbodig dingen gewijzigd te hebben. Ook daarvan zijn elders mijns inziens overtuigende voorbeelden gegeven die ik niet zal herhalen. Maar de GBS voldoet in dit opzicht niet aan haar eigen criteria. Als verouderde vormen, verouderde woorden en naamvallen consequent gehandhaafd worden, waarom is dan ”allen gedierte” gewijzigd in ”aan al het gedierte”? Waarom zijn ”grasscheutkens” vervangen door ”grasscheutjes”, terwijl de ”jonkskens” bleven staan? Waarom is het aanstootgevende ”wijf” vervangen door ”vrouw”, terwijl veel aanstootgevender woorden als ”geil” bleven staan? Het handhavingsbeleid van de GBS is blijkbaar niet zo principieel als men doet voorkomen. In ieder geval is het niet consequent uitgevoerd. Als het ene niet gewijzigd kan of mag worden, waarom het andere dan wel?

Een herhaaldelijk aangevoerd bezwaar tegen de HSV is dat de opdracht tot herziening niet kerkelijk gegeven is. Dat is inderdaad wenselijk, maar in onze verdeelde gezindte vrijwel onmogelijk. Om diezelfde reden is ook de GBS een stichting waarvan niet alle bestuursleden kerkelijk mandaat hadden. Nooit is er de kerkelijke opdracht gegeven ”wijf” te vervangen. Is het niet ongeloofwaardig zelf niet te voldoen aan de maat waarmee men anderen meet?

Taalkundig probleem

De vergelijking tussen GBS en HSV levert geen goed-foutoordeel op. Omdat een letterlijke vertaling van de Schrift mij heel zwaar weegt, vind ik persoonlijk de GBS-uitgave een betere, maar zeker niet de best mogelijke uitgave van de Statenvertaling. Er is een puur geestelijk probleem in het verstaan van de Schrift, maar ook een puur taalkundig probleem in het verstaan van de oorspronkelijke Statenvertaling van die Schrift. Die twee moeten niet vereenzelvigd worden, zoals aan GBS-zijde soms gedaan lijkt te worden.

Op het taalkundige probleem schiet het antwoord van de GBS tekort, maar het antwoord van de HSV schiet zijn doel voorbij. Moet begrijpelijkheid ten koste gaan van accuratesse, zoals in de HSV? Moet conservatie van de Statenvertaling ten koste gaan van begrijpelijkheid, zoals bij de GBS? Het resultaat: verdeeldheid, wantrouwen, polarisatie. De pot die de ketel verwijt. Is de gulden middenweg echt onvindbaar?

De auteur is theoloog.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer