Commentaar: Geefgedrag verandert
December is traditioneel de maand waarin goede doelen kunnen oogsten. Veel mensen zijn immers gewend om in de laatste maand van het jaar nog een aantal giften over te maken naar kerken, hulp- en welzijnsorganisaties.
Prangende vraag is dit jaar hoe groot het effect van de financieel-economische omstandigheden op het geefgedrag van de Nederlander is. Uit eigen onderzoek dat de Volkskrant deze zomer publiceerde, bleek dat goede doelen vorig jaar 2 miljoen euro minder hebben opgehaald. Op een bedrag van 621 miljoen aan donaties is die teruggang dus maar zeer beperkt.
Toch beseffen veel organisaties dat de slag om de gever meer creativiteit vraagt dan voorheen. Naast de crisis zijn er ook andere factoren die van invloed kunnen zijn op de inkomsten van organisaties. Zij werden bijvoorbeeld jarenlang gesteund door een hondstrouwe achterban en konden daarom rekenen op een vaste stroom aan donaties. Nu hebben veel hulporganisaties te maken met vergrijzing van hun donateurbestand. Voorlopig wordt dat nog opgevangen door legaten van overleden donateurs. Op termijn zal echter gewerkt moeten worden aan nieuwe strategieën om gelden te werven.
In een poging om de giftenstroom op peil te houden hebben een twaalftal goede doelen hun krachten gebundeld en de site Goededoelenkaartje.nl gestart. Mensen kunnen daar zelf een wenskaart ontwerpen en die laten versturen. Voor elke verstuurde kaart ontvangt een zelf gekozen doel 50 eurocent.
Het initiatief toont dat organisaties zoeken naar nieuwe wegen en daarbij gebruik willen maken van de digitale mogelijkheden. Toch zal men nog veel verder moeten gaan, wil men op termijn de jongere gevers bereiken.
Belangrijk is dat deze groep minder vanzelfsprekend geld geeft aan goede doelen dan de senioren. Jongeren kiezen bewuster. Ze willen ook beter geïnformeerd worden over de doelen die ze steunen en verlangen transparantie over de besteding van hun giften. Trouwe donateurs maken plaats voor kritische gevers. Als jonge donateurs bijvoorbeeld een weeshuis in India steunen, willen ze geregeld worden geïnformeerd over de ontwikkelingen rond dat specifieke tehuis. Organisaties kunnen in de toekomst steeds minder volstaan met algemene informatie over hun werk via een informatiebulletin, waar ouderen vaak nog genoegen mee namen.
Juist voor het geven van deze toegesneden informatie biedt de digitale techniek kansen. Het geregeld verspreiden van digitale nieuwsbrieven over een bepaald project is een voor de hand liggende mogelijkheid. Maar jongeren zullen dat al vaak wat ouderwets vinden.
Willen organisaties de min-dertigers bereiken, dan zullen ze zich moeten gaan bedienen van sociale media als Hyves en Twitter. Sociale media zijn zeker geschikt om betrokken donateurs bondig te informeren over de voortgang van het werk. Die informatievoorziening betekent weliswaar extra werk voor de hulporganisaties omdat er veel frequenter berichten naar de achterban verstuurd moeten worden. Tegelijkertijd vergroot het de binding met en betrokkenheid van jongere gevers.