Opinie

Vandaag in Dordt

De goede stad Dordrecht en de Statenvertaling hebben iets met elkaar. Die innige verhouding dateert al vanaf het prilste begin. Daarvoor moeten we terug naar 19 november 1618. Locatie: de Kloveniersdoelen, waar de Nationale Synode vergadert. De preses, Johannes Bogerman, opent de zitting met een hartelijk en ernstig gebed. De woorden die hij uitspreekt zijn bewaard gebleven.

Ds. J. M. J. Kieviet
3 December 2010 17:47Gewijzigd op 14 November 2020 12:45

Eerbiedig en vroom klinkt het: „Wijd en heilig al onze begeerten te Uwen gunste, opdat wij niets bedenken, overleggen, willen, verlangen, uitspreken en besluiten dan wat met Uw Woord overeenstemt, U aangenaam en Uw kerk bovenal nuttig is. Ontsteek ons (…) in ijver voor Uw kostbare waarheid, voor Uw huis, voor de vrede en de eensgezindheid, welke Gij wilt…” Een ootmoedige bede voor waarheid en eenheid dus.

Het is op diezelfde zittingsdag –en bovenal: in die geest!– dat een begin gemaakt wordt met de beraadslagingen om te komen tot een „goede ende getrouwe Oversettinghe des Ouden ende Nieuwen Testaments in goet Nederlansch uyt de originele Talen uytgedruckt.” Tot een positieve beslissing komt het echter pas na vele dagen deliberatie. Het is immers nogal een gewichtige zaak die aan de orde is. Het gaat er de synode om, zoals Bogerman het uitdrukt, dat men ook in de Nederlandse taal God zou kunnen horen spreken. Dat is de intentie van de ‘Dordtse’ vaderen geweest.

Oversettinghe

Veel jaren duurt het voordat de Statenvertaling er is. Pas in 1637 verschijnt zij in eerste druk. De arbeid is gigantisch. Veel hindernissen moeten genomen worden. Het concept is al veel maanden gereed als er door papiergebrek, door de koude winter van 1636-1637 en door een tekort aan geschikte loden letters uitstel na uitstel komt. Maar de vertaling komt er! Als een Gods­geschenk aan de kerk van Nederland.

Maar dan is Dordrecht al buiten zicht. De eer van de eerste druk is aan Leiden gegund. Hoewel – in mijn eigen oude exemplaar kom ik wel iets vertrouwds tegen: „Te Dordrecht, by Pieter Keur. Anno 1716.” Belangrijker echter is wat ik lees in de ”Opdracht aan de Staten-Generaal”: „… omme alsoo de eenigheyt, welstant ende dienst der Nederlantsche Gereformeerde Kercken ende Scholen meer ende meer te vorderen; daartoe Godt Almachtigh genadelick sijnen zegen te verleenen.”

Dordrecht en de Statenvertaling… Er zou meer over te zeggen zijn. Bijvoorbeeld over het antieke exemplaar dat op de kansel van de historische Augustijnenkerk prijkt en dat eigenlijk op die van de (eveneens monumentale) christelijke gereformeerde kerk aan de Singel hoort te liggen. Maar dat verhaal strekt voor nu te ver. Nee, ”Dordt en Statenvertaling” is veel actueler.

We kunnen het beperken tot vandaag. Vandaag, de 4e december anno Domini 2010. Dubbele aandacht voor de Statenvertaling vandaag in de oudste stad van Holland. „Is de Statenvertaling nog begrijpelijk voor de jeugd?” Met deze vraag worden hoorders getrokken naar de Julianakerk, waar vanavond drie dienaren van het Woord iets zullen zeggen. Terwijl eerder op de dag de Grote Kerk zal volstromen ter gelegenheid van de verschijning van de nu al veelbesproken Herziene Statenvertaling.

Lofzang

Als ik nog enkele honderden woorden te gaan had in deze column zou ik een lofzang gaan zingen op de Bijbelvertaling waarbij ik ben opgevoed. Met de Engelse ds. J. C. Philpot († 1869) zou ik in dankbaarheid erkennen dat ons Nederlandse volk gezegend is met de meest gezonde en bewonderenswaardige overzetting van Gods Woord. Ook deel ik geheel wat de 17e-eeuwer Johan de Brune, secretaris van de Staten van Zeeland, schrijft. Hij meent dat er reden is „dien grooten Weereldsbouwer met ghevouwen handen end’ gheboghen knien ootmoedelick te dancken dat hy ons dat kostelick Juweel der Nieuwe Overzettinghe ghelijck als in de Goddelicke kasse zijns Heylighdoms heeft inghezet.” Met prof. D. Nauta († 1994) zou ik niet schromen om de geciteerde woorden van synodevoorzitter Bogerman tot de mijne te maken: „De Statenvertaling verscheen als een monument dat de eeuwen zou verduren. Zij zou aan geslacht na geslacht de verrassende gelegenheid geven te ontmoeten den eeuwigen God, sprekende in de Nederlandsche taal.”

In mijn lofzang zou ik niet alleen de vertaling zelf betrekken, maar zeker ook de onmisbare kanttekeningen die we alleen tot onze schade ongelezen kunnen laten. Terecht is ze een van de beste Bijbelverklaringen genoemd. Voor dit geschenk: soli Deo gloria!

De Dordtse insteek op de Nationale Synode was, zo lazen we, waarheid en eenheid. Met het oog op de kerken en de scholen. Gericht op de ouderen en de jongeren. In onze dagen wordt gewaarschuwd voor een kloof met het voorgeslacht. Die waarschuwing moeten we ernstig nemen. Daarnaast moeten we even –zo niet: te meer– beducht zijn voor een kloof met het nageslacht. Het kostbare pand dat ons in handen is gegeven, moet niet alleen worden bewaard. Het moet ook worden overgedragen aan nieuwe generaties. Opdat ook zij, in hun taal, de heilige God horen spreken…

Reageren aan scribent? welbeschouwd@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer