Kerk & religie

Les

Mattheüs 7:1.

30 November 2010 08:38Gewijzigd op 14 November 2020 12:42

„Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt.”
Christus geeft ons hier een gebod en een reden voor dit gebod. „Oordeelt niet…” Dit is een van die lessen die een wondere rede zijn voor het menselijk vernuft. Ten eerste en voor alles, wanneer Christus zegt „Oordeelt niet…” dan neemt Hij niet het wettelijk oordeel weg. Dat heeft Hij gegeven aan de hogere machten, want God zegt wel uitdrukkelijk dat dat oordeel niet de mens is, maar Gode.

Paulus leert ons dat de machten van God zijn en dat die ze veracht het oordeel van God over zich haalt. Die machten zijn immers Gods dienaressen en hun is het zwaard gegeven om te oordelen en te straffen. Daarom moeten wij hen gehoorzamen, zelfs om der consciëntie wil. Zou Christus hier dan het oordeel van de overheden inbinden? Dan zou Hij hen beletten het gericht Gods te houden. Hij zou hen beletten het zwaard in de hand te nemen, dat hun nochtans tot dat doel gegeven is.

Dit is ook de oorsprong van de vaderlijke macht over de kinderen. Zij mogen hen oordelen en naar verdienste straffen. Christus verbiedt hier ook het kerkelijk oordeel niet, dat openbare zondaren uitsluit van zijn gezelschap en hun de gemeenschap van het heilig sacrament onwaardig oordeelt.

Petrus van der Hagen,
predikant te Amsterdam

(”Verzameling van enige predicatiën”, 1681)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer