„Een kind van mijn tijd”
KLOETINGE – Ze denkt dat ze zo’n twintig jaar geleden voor de eed zou hebben gekozen. Op dit moment vindt ze de belofte echter meer bij haarzelf passen. CDA-raadslid Hester van Rees uit Kloetinge: „Maar laten we de eed niet schrappen.”
Afgelopen voorjaar nam Van Rees voor het eerst zitting in de gemeenteraad van Goes. In tegenstelling tot haar vijf fractiegenoten legde zij de belofte af. Een bewuste keuze. „Ik was een buitenbeentje. Maar in deze tijd van moreel verval en ontkerkelijking vond ik een eed iets té.”
Voordat Van Rees haar keuze voor de belofte kenbaar maakte, maakte ze haar fractievoorzitter deelgenoot van haar besluit. „Die haalde in eerste instantie zijn schouders op, maar toch zei hij dat ik het misschien tegen de tweede man –in ons geval een vrouw– moest zeggen. Dat heb ik vervolgens gedaan. Zij reageerde op dezelfde manier als de fractievoorzitter, maar gaf op haar beurt aan dat het misschien goed was om het tegen de andere fractieleden te zeggen. Dat heb ik toen afgekapt. Ik vond het wel genoeg zo, ik had mijn keuze al gemaakt.”
Twintig jaar geleden zou Van Rees misschien wel voor de eed hebben gekozen, stelt het Zeeuwse CDA-raadslid. „Toen had ik het –denk ik– mooi gevonden om te zeggen: Zo waarlijk helpe mij God almachtig. Nu is de tijd anders. Men is zichtbaar van het geloof gevallen en als kind van mijn tijd heb ik gekozen voor de belofte.”
Volgens Van Rees betekent dit niet dat ze haar raadswerk niet serieus wil doen. „Integendeel. Waarschijnlijk heeft het ermee te maken dat ik uit een vrijzinnige hoek kom. Het geloof is een persoonlijke zaak, waar je voor jezelf uit moet komen en dan kun je er ook steun in vinden. Kinderen kun je en moet je wel wat meegeven in deze richting, maar ik hou van vrijzinnigheid en niet van de druk van een streng geloof.”
Toch hoopt Van Rees dat de klassiek-christelijke eedsformule nog een lang leven beschoren is. „Met een eed vraag je bij je raadswerk de steun van God. Ik heb ervoor gekozen om bij onze installatie een belofte te doen, en geen eed. Het kwam overeen met de manier waarop ik er toen tegen aankeek. Wie weet is dat bij een volgende raadsperiode anders. Een mens kijkt niet altijd op dezelfde manier tegen dingen aan. Dat wil niet zeggen dat je innerlijk niet op dezelfde manier in het leven staat, alleen de buitenkant geef je soms wellicht een andere kleur.”
In een eedsformule met Allah ziet Van Rees niets. „We moeten ons niet aanpassen aan andere religies, maar moeten blijven doen zoals we deden. Ervan uitgaand dat moslims en christenen in dezelfde God geloven, kunnen moslims de eed afleggen.”