„Ik denk bij eed aan Allah”
VLAARDINGEN – Dat hij bij zijn installatie als CDA-raadslid de eed wilde afleggen, was voor Ali Kemal Kadi uit Vlaardingen al snel duidelijk. Juist vanwege zijn islamitische achtergrond. „Maar als ik zweer, denk ik daarbij wel aan Allah.”
Bij Allah zweren mag een raadslid niet. Ruim een jaar geleden nam de Tweede Kamer een motie hieromtrent aan van onder anderen het CDA-Kamerlid De Pater-van der Meer. Daarin wilde zij de exclusiviteit van de klassiek-christelijke formulering van de eed veiligstellen.
Ook Kadi is lid van het CDA. Al heeft hij het tij binnen de partij momenteel niet mee. Zo liet het in het Turkse Trabzon geboren raadslid zich publiekelijk uit tegen deelname van zijn partij aan het huidige kabinet. Hij dreigde zelfs even met opstappen. Verder was hij eind vorige maand een van de opstellers van een open brief aan het eveneens islamitische CDA-Kamer- lid Cörüz. Daarin gaven de critici blijk van hun verbijstering over de steun van Cörüz aan het gedoog- en regeerakkoord.
Ook de motie uit 2009 van De Pater-van der Meer over de eedsformule vindt Kadi niet goed. „Het is tijd dat aan de joods-christelijke traditie islamitische elementen worden toegevoegd. Als een ongelovige van de PvdA zoiets zou zeggen, vraag ik me af waar die zich mee bemoeit. Daarom zou in mijn ogen juist het CDA moeten en mogen zeggen dat iedereen de eed kan afleggen op grond van zijn eigen religieuze overtuiging. Het is belangrijk om mensen in hun waarde te laten en hun een keuzemogelijkheid te bieden bij het uitspreken van de eed.”
Voor zichzelf tilt Kadi er niet aan dat hij formeel bij God moet zweren, en niet bij Allah. „Het gaat er niet om wát je zegt, maar je intentie daarbij.”
Wel heeft Kadi voordat hij in het openbaar de eed uitsprak voor de zekerheid even overlegd met de imam. „Ik wilde niet dat dit afbreuk aan mijn geloof zou doen. Maar de imam vond de eed ook logisch. Die geeft gewicht aan beslissingen die je neemt, omdat je de Almachtige tot getuige aanroept.”
Zijn islamitische achtergrond speelt soms een rol in de raad als er bijvoorbeeld discussies zijn over Turkse of Marokkaanse jongeren die overlast zouden veroorzaken. „Beide groepen hebben vaak een islamitische achtergrond. Mijn taak is dan om duidelijk te maken dat de Koran nergens predikt dat je overlast moet veroorzaken.”
Wat hield Kadi tegen om de belofte te kiezen? „Het heeft weinig waarde om iets bij jezelf te beloven. Hoeveel mensen beloven dat ze gaan lijnen? En toch doen ze het niet. Bij de eed erkent iemand dat God er consequenties aan mag verbinden als hij zich niet aan zijn woord houdt.”